Daniel 9:12

Niet geluisterd

Opnieuw spreekt Daniël er in deze verzen over dat er niet is geluisterd naar de stem van God. Daarnaar is alle ellende die over het volk is gekomen te herleiden. Als we niet luisteren naar Gods Woord en de waarschuwingen niet ter harte nemen, zal God Zijn Woord aan ons vervullen, niet ten goede, maar ten kwade. We verspelen de beloofde zegeningen en ontvangen de beloofde vervloekingen. Daniël erkent dat wat over het volk is gekomen niets anders is dan de vervulling van wat God heeft gezegd dat zou gebeuren als ze zouden afwijken. Dat heeft hij goed begrepen. We zien hoe Daniël keer op keer in zijn belijdenis benadrukt dat niemand anders dan God Zelf Zijn volk heeft verbroken (Dn 9:7; 12; 14). Dat is de basis van zijn smeekbede.

We zien ook dat het onheil ongeëvenaard is. Nooit is een stad zo geoordeeld als Jeruzalem. Dat komt omdat er nooit een stad is geweest die zo bevoorrecht is geweest. Het is de enige stad die God heeft uitverkoren om daar Zijn troon te vestigen en daar Zijn woonplaats, Zijn heilige tempel, te hebben. Van dat volk zegt Hij: “Alleen u heb Ik gekend uit alle geslachten op de aarde. Daarom zal Ik u vergelden al uw ongerechtigheden” (Am 3:2). Het oordeel is gekomen over hen die het dichtst bij Hem staan en in wie Hij Zichzelf heiligt (Lv 10:1-3). “Het oordeel begint bij het huis van God” (1Pt 4:17a; Ez 9:4-7).

Deze verzen houden ook een ernstige boodschap voor Gods volk in voor de dagen waarin wij leven. Het volk van God is verstrooid en verdeeld vanwege zijn zonden. Maar wie treurt daar nu over? We zien het en accepteren het gelaten of zien het zelfs als een ‘waardevolle veelkleurigheid’. Het toont aan dat de waarheid van God over de eenheid van de gemeente nauwelijks gekend wordt. Wat erger is, er is ook nauwelijks verlangen die waarheid te leren kennen.

Het is te wensen dat we geestelijk geoefend worden over de toestand van Gods volk. Dan zal dat ons uitdrijven tot gebed voor het aangezicht van de Heer, onze God. God zal Zijn Woord tot ons kunnen laten spreken en wij zullen verstandig met Gods waarheid leren omgaan. Dat laatste betekent dat we Gods waarheid zullen kennen, in ons opnemen en eraan zullen gehoorzamen. Verstandig met Gods waarheid omgaan betekent dat we elk woord ervan serieus nemen, zowel de beloften als de waarschuwingen.

Omdat Gods volk niet verstandig met Gods Woord is omgegaan, is het kwaad over het volk gekomen. God houdt Zich wel aan Zijn Woord. Hij waakt erover. Hij waakt ook over het onheil dat Hij daarin heeft aangekondigd, om dat te laten komen als de handelwijze van het volk erom vraagt. Zo heeft de HEERE dat ook tot Jeremia gezegd: “Zie, Ik ga over hen waken ten kwade en niet ten goede” (Jr 44:27a) en ook: “Dan zal het gebeuren, dat Ik ten aanzien van hen … gewaakt heb om weg te rukken en af te breken, om omver te halen en te vernielen, en [hun] kwaad aan te doen, spreekt de HEERE” (Jr 31:28).

We kunnen het begrijpen – en dat horen we ook graag – dat de HEERE over Zijn volk waakt om hen te beschermen. Maar hier vinden we dat Hij over hen waakt ten kwade en dat Daniël Hem daarin rechtvaardigt: “Want de HEERE, onze God, is rechtvaardig in al Zijn werken, die Hij gedaan heeft, aangezien wij naar Zijn stem niet geluisterd hebben” (Dn 9:14b).

Copyright information for DutKingComments