Deuteronomy 12:17-18

Eten in de eigen woonplaats

Niet elk dier hoeft in Jeruzalem geslacht te worden, zoals bij de tabernakel in de woestijn wel het geval is (Lv 17:1-6). De Israëlieten kunnen als ze een dier hebben geslacht niet steeds weer naar Jeruzalem. Toch mogen ze hun brandoffers niet thuis brengen, want die horen op de plaats waar de HEERE woont. Aanbidding is iets dat samen gebeurt waar de Heer Jezus woont en de gemeente als gemeente samenkomt. Wel mogen ze het vlees thuis eten, dat betekent voor ons bezig zijn met het offer en gemeenschap met elkaar hebben in het samen genieten van de Heer Jezus. Zo mogen we samenkomen los van de plaats waar de Heer Jezus in het midden is.

Daar mogen ook zij komen die onrein zijn, om daar een zegen te ontvangen. De betreffende onreinheid is niet zodanig dat zij uit het midden van Gods volk moeten worden weggedaan. Iemand die op een dergelijke manier onrein is, mag niet van het heilige eten, maar wel van het algemene voedsel.

Terwijl van het vlees wel thuis mag worden gegeten, mogen de tienden niet thuis worden gegeten. Het brengen van de tienden is de erkenning van het eigendomsrecht van God op het land. Het is het land dat Hij hun heeft gegeven. Hij is de Heer ervan en zij zijn Hem ‘huur’ verschuldigd.

Wanneer we als gemeente samenkomen, is dat om de dood van de Heer te gedenken, het offer dat Hij heeft gebracht, en daar God voor te aanbidden met onze offers van lof en dank. Maar dat niet alleen. We komen ook samen om te eten van de ingezamelde tienden. Eten van de tienden wil zeggen dat we samen genieten voor Gods aangezicht van alle zegeningen die Hij ons heeft geschonken. We danken Hem ervoor en delen met elkaar wat we van Hem hebben gekregen. Dat kan bijvoorbeeld mooi tijdens een bijbelstudie tot uiting komen.

Copyright information for DutKingComments