Deuteronomy 19:19

Valse getuige

Een geschil tussen twee personen, waarbij een misdadige getuige iemand aanklaagt om een overtreding, maar waarbij geen getuigen zijn, moet voor de priesters en rechters worden gebracht. Dat komt neer op het zich voor het aangezicht van de HEERE stellen. De rechters moeten de aanklacht nauwkeurig onderzoeken. Zij zullen hun bevindingen met de priesters bespreken. De priesters, die in Gods tegenwoordigheid verkeren, zullen de zaak aan de HEERE voorleggen. Dan kan blijken dat de aanklacht verzonnen is om de aangeklaagde kwaad te doen.

Een valse getuige mag niet ongestraft blijven (Sp 19:5; 9). Als een aanklacht vals blijkt te zijn, moet de aanklager de straf krijgen die zou zijn toegewezen als de aanklacht juist was gebleken. Als de misdaad, waarvan hij zijn naaste heeft beschuldigd, met de dood bestraft moet worden, dan moet de valse getuige gedood worden; als de misdaad met geseling moet worden bestraft, dan moet hij gegeseld worden; als het een geldboete is, dan moet hij voor dezelfde som beboet worden.

Deze handelwijze zal een preventief effect hebben op mensen die van plan zijn hun naaste met een valse aanklacht schade te berokkenen. Zij zullen zich wel twee keer bedenken dit te doen als ze zich realiseren dat bij ontdekking van hun valsheid zij zelf het lot ondergaan dat ze anderen hebben willen bezorgen.

De Heer Jezus heeft de ‘wet van de vergelding’ niet ontbonden. Het “leven voor leven, oog voor oog” enzovoort blijft voluit van kracht voor officiële handhavers van het recht. Wat de Heer wel doet, is het gebruik van de ‘wet van de vergelding’ in persoonlijke aangelegenheden niet van toepassing verklaren. Voor die gevallen geeft Hij een andere houding aan: “U hebt gehoord dat gezegd is: Oog om oog en tand om tand. Maar Ik zeg u de boze niet te weerstaan; maar wie u op uw rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe; en wie met u een rechtsgeding wil voeren en uw onderkleed nemen, laat hem ook de mantel; en wie u tot één mijl zal dwingen, ga met hem twee. Geef aan hem die van u vraagt, en keer u niet af van hem die van u wil lenen” (Mt 5:38-42). Het past niet bij een discipel van Hem dat hij persoonlijk vergelding of wraak zoekt voor hem persoonlijk aangedaan onrecht.

Copyright information for DutKingComments