Deuteronomy 2:12

Emieten en de Horieten

Israël wordt hier geïnformeerd over de oorspronkelijke bewoners van het gebied waar nu de Moabieten en Edomieten wonen. Hieruit kunnen ze opmerken dat God alles bestuurt en de volken elk een eigen plaats geeft om te wonen (Dt 32:8; Hd 17:26).

De Moabieten noemden de inwoners “Emieten”, wat ‘vreselijke’ of ‘vreesaanjagende’ betekent. Het waren vijanden om diep van onder de indruk te komen. Dat deze angstaanjagende volken eruit verdreven waren, mocht een bemoediging voor Israël zijn. Zoals God broedervolken van Israël heeft geholpen grote en talrijke volken te verdrijven, zo zal Hij ook Israël daarbij helpen. Helaas onderstreept het de lafheid van Israël veertig jaar geleden omdat het toen zelfs met Gods hulp toch voor deze vijanden terugschrok (Dt 1:28; Nm 13:28; 33). Maar nu krijgen ze een nieuwe kans.

Tevens heeft Hij deze veroveringen als een kastijding voor de oorspronkelijke bewoners gebruikt. De les is dat God bij ontrouw een zegen wegneemt en die aan een ander kan geven, die daarmee zelf opnieuw op de proef wordt gesteld. Ook wijst het op het tijdelijke karakter dat verworven bezit heeft.

Copyright information for DutKingComments