Deuteronomy 20:8

De beambten spreken tot het volk

Na de priester spreken de beambten of opzieners het volk toe. De priester bemoedigt tot de strijd. De beambten ontmoedigen bepaalde categorieën om deel te nemen aan de strijd. Zij moeten erop toezien dat alleen gekwalificeerde soldaten de strijd aangaan. Een gelovige is een gekwalificeerde soldaat als hij zich helemaal aan de Heer kan toewijden, zonder zich met iets anders bezig te hoeven houden (2Tm 2:4). Dat betekent dat hij in de strijd gaat in volledig vertrouwen op de Heer en alleen op Hem gericht.

De beambten verbieden die categorieën niet om deel te nemen, maar stellen hen voor dat ze zich eerst bezighouden met de situatie waarin ze net zijn komen te verkeren. Het gaat om mensen die onlangs in een nieuwe situatie zijn gekomen waaraan bepaalde verwachtingen zijn verbonden, maar daar nog niet van hebben genoten. Het betreft hen die

1. een nieuw huis hebben gebouwd,

2. een wijngaard hebben geplant en

3. met een vrouw in ondertrouw zijn gegaan.

Wie een nieuw huis heeft gebouwd, maar er nog niet in heeft gewoond, mag er eerst in gaan wonen. Dit is toe te passen op iemand die pas bekeerd is. Hij is daardoor komen wonen in het huis van God. Nu moet zo iemand gaan leren hoe hij zich in dat huis moet gedragen (1Tm 3:15). De uitspraak dat we zijn ‘gered om te redden’ klinkt wel goed, maar komt niet uit Gods Woord. Iemand moet eerst zijn plaats leren innemen in de plaatselijke gemeente. Pas daarna kan hij erop uittrekken.

Iemand die een wijngaard heeft geplant, maar nog niet de vrucht ervan heeft genoten, hoeft ook nog niet mee te gaan in de strijd. Hij mag wachten op de eerste vrucht om die te genieten. Die wachttijd kan wel tot vijf jaar oplopen (Lv 19:23-25). Wijn is een beeld van de vreugde (Ri 9:13a). Hier is de les dat we eerst zelf mogen en moeten genieten van de zegeningen om in staat te zijn ervan uit te delen. We kunnen niet getuigen van iets wat we zelf niet hebben genoten.

Ook iemand die in ondertrouw is gegaan, hoeft niet mee in de oorlog (Dt 24:5). Hij mag eerst trouwen en zijn vrouw verheugen, wat ook seksuele gemeenschap inhoudt. Aan de vreugde die seksuele gemeenschap in het huwelijk geeft, is ook het verwekken van nageslacht verbonden. Het is het beleven van de intimiteit van de liefde met de vrucht die daarvan het gevolg is. Dit is toe te passen op het beleven van de gemeenschap met de Heer Jezus en de vrucht die dat voor Hem oplevert. De oefening van gemeenschap met de Heer Jezus moet op de eerste plaats komen. Daarna kan er worden uitgetrokken in de strijd.

In Dt 20:8 wordt een andere categorie genoemd. Iedereen is wel eens bang geweest in de strijd. Als iemand echter wordt gekenmerkt door een geest van bangheid, kan de Heer hem niet gebruiken. Zo iemand mag teruggaan naar huis. Paulus handelt als een opziener of beambte als hij Johannes Markus naar huis terugstuurt (Hd 15:38). Markus is enige tijd met Paulus opgetrokken, maar de ontberingen zijn hem te veel geworden (Hd 13:13). Het christen zijn kostte hem te veel. Zo iemand meenemen kan een last betekenen die nadelig is voor het werk van het evangelie.

Ook bij Gideon zien we de werking van dit vers. Hij krijgt van de HEERE de aanwijzing te handelen naar de aanwijzingen van dit vers. Het gevolg is dat van zijn toch al niet grote leger liefst tweeëntwintigduizend mannen afhaken (Ri 7:3).

Nadat ieder de kans heeft gekregen tot een persoonlijke afweging om niet aan de strijd deel te nemen, kan de strijd beginnen. Het leger wordt voorzien van legerbevelhebbers. Zij gaan vooraan en zijn voorbeelden voor de soldaten die volgen. Zij bepalen niet de manier van strijdvoeren. Dat doet God.

Copyright information for DutKingComments