Deuteronomy 21:23

Begrafenis van een gehangene

In deze verzen hebben we een derde aspect van het kruis van Golgotha: de dood van de Heer Jezus als de Vervloekte, “want er staat geschreven: ‘Vervloekt is ieder die aan een hout hangt’” (Gl 3:13). Het kruis openbaart

1. de schuld van de mens, want die bracht Hem naar het kruis (Dt 21:1-9),

2. Gods genade voor de mens (Dt 21:10-13) en

3. dat God Christus moet verlaten wanneer Hij Hem tot een vloek maakt (Dt 21:22-23).

Het overblijfsel heeft niets verdiend. Het bestaat “naar [de] verkiezing van [de] genade” van God (Rm 11:5). In zichzelf is het niets beter dan de goddeloze massa. Het heeft alles te danken aan Hem Die tot een vloek is geworden. Ze zullen zien op Hem “Die zij doorstoken hebben” (Zc 12:10) en dat is hun redding.

Dt 21:23 geeft het voorschrift dat een gehangene moet worden begraven. Dat is ook met de Heer Jezus gebeurd. De geestelijke toepassing daarvan op ons is belangrijk. Onze oude mens moet worden begraven. Daarvan leggen we getuigenis af in de doop (Rm 6:4a). Daarmee moeten we voortdurend rekening houden in ons hele leven. De vraag is: Maken wij waar wat wij in de doop hebben beleden? Er mag niets meer van de oude mens in ons leven zichtbaar worden (Rm 6:6). God wil niets meer zien van de vloek. Het graf is boven ons toegesloten en er mag niets meer van ons oude leven zichtbaar worden.

God wil in ons leven het nieuwe zien, dat wij in nieuwheid van leven wandelen (Rm 6:4b). God heeft meer behagen in ons als wij ons gedragen als echte eerstgeboren zonen, wat het geval is als wij meer zouden begrijpen van de vloek die door God is uitgesproken over en is voltrokken aan de Heer Jezus.

Copyright information for DutKingComments