Deuteronomy 27:16
Vervloeking op de berg Ebal
De mens krijgt met vervloeking te maken zodra hij iets van zichzelf verwacht. Als dat het geval is, zal hij altijd falen. Hij verspeelt de zegen en krijgt de vloek die hij over zichzelf heeft afgeroepen ingeval hij faalt. De zes zonen die de vervloeking moeten uitspreken zijn vier zonen van de slavinnen, en Ruben en Zebulon, die uit Lea zijn geboren. Ruben hoort hier mogelijk bij omdat hij zijn eerstgeboorterecht heeft verspeeld (1Kr 5:1). Van Zebulon is niets bekend waaruit zou blijken dat hij bij deze groep moet horen. In Dt 27:14 komen de Levieten. Zij dienen, lezen de wet voor en leggen die uit. Zij wijzen op de gevolgen van ongehoorzaamheid. Ongehoorzaamheid is nooit zonder gevolgen. Zelfs als een ongehoorzaamheid stiekem plaatsvindt (Dt 27:15; 24), zal de vloek zijn doel treffen. Geen zonde blijft zonder rechtvaardige straf. Dat geldt voor elk van de hier genoemde twaalf zonden. De laatstgenoemde vervloeking (Dt 27:26) betreft elke overtreding van de wet en niet alleen de afschuwelijke zonden die hiervoor zijn genoemd. Ieder die niet volhardt in alles wat de wet zegt, is onder de vloek (Gl 3:10). Er is geen ontsnappingsclausule.
Copyright information for
DutKingComments