Deuteronomy 28:67

De volle maat van Gods vloek

Deze verzen gaan over de woorden van “dit boek” en de Naam van de HEERE God (Dt 28:58). Het hele boek Deuteronomium is een enthousiaste lofrede op het land. Maar God zegt in Dt 28:63 dat Hij Zich erover zal verblijden het volk uit het land weg te rukken als het niet trouw blijft aan Hem en Zijn Woord. Zo is als het ware de christenheid in ballingschap gegaan omdat zij haar hemelse positie niet heeft bewaard en aards gericht is geworden. Het innemen van een uiterlijke positie is nooit een garantie om bij de waarheid te blijven.

In het vasthouden van de woorden van dit boek en het vasthouden of vrezen van de Naam is alles samengevat wat nodig is om de zegeningen te kunnen genieten. Waar deze twee dingen worden losgelaten, verliest het volk van God zijn plaats in het land en de plaats die God uitgekozen heeft om Zijn Naam daar te laten wonen. Voor ons betekent dit het verlies van ons hemelse standpunt en het verlies van de plaats waar de Heer Jezus de Zijnen rondom Zich, tot Zijn Naam, vergadert.

De tot hiertoe beschreven taferelen van ongeëvenaarde nood zullen nog niet het einde van de ellende zijn als het volk zich niet laat waarschuwen. God zal de volle maat van de vloek over Zijn volk doen komen. Niets zal hen bespaard blijven. Dat de voorgaande rampen en plagen nog niet het einde betekenden, getuigt van Gods volharding om al het mogelijke te doen Zijn volk tot Zich te doen terugkeren. Pas als er geen enkele hoop op bekering meer is, velt Hij het definitieve oordeel. Daarbij behoudt Hij Zich toch nog weer het recht voor om op grond van de verkiezing naar genade een overblijfsel te sparen.

Altijd zal er angst zijn voor de komende dag (Dt 28:67). Ook de nacht biedt geen rust. Voor de nacht is men net zo bang (vgl. Jb 7:4; Ps 91:5-6). De angst ontstaat niet alleen vanwege het schouwspel dat hun ogen zien, maar ook door de vrees van het hart. Anders gezegd: niet alleen werkelijke gevaren zullen hun angst aanjagen, maar ook denkbeeldige of ingebeelde gevaren. Als men ertoe komt om een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van de angst, dan blijken ze dikwijls slechts de schepselen van de verbeelding te zijn.

Zoals de bevrijding uit de slavernij van Egypte te vergelijken is met de geboorte van het volk, zo is de terugkeer in de slavernij te vergelijken met de dood ervan. Niemand zal iets bruikbaars in hen zien en er ook maar een cent voor over hebben om hen te bezitten. Het duidt een toestand van volledige verachting en verwerping aan.

Copyright information for DutKingComments