Deuteronomy 4:41-43

Vrijsteden in het Overjordaanse

Ineens wordt de toespraak van Mozes onderbroken door een handeling: het aanwijzen van drie vrijsteden in het gebied aan de woestijnzijde van de Jordaan als een toevluchtsoord voor de doodslager. De zonde van afgoderij die in het voorgaande gedeelte onder de aandacht is gekomen, is niet het enige kwaad van Israël. Het tweede grote kwaad is dat zij de doodslager van de Heer Jezus zijn geworden.

Het is pure genade dat God Zijn volk na de afgoderij heeft teruggebracht in het land. Het is ook pure genade dat God voorziet in vrijsteden voor het volk ten behoeve van een doodslager. Deze beide zonden van Israël zijn ook aanwezig in de christenheid. We vinden ze in het invoeren van vreemde elementen in de eredienst en het buitensluiten van de Heer Jezus. Dergelijke dingen betekenen een verloochening van Zijn Persoon en Zijn rechten.

Als wij Zijn rechten in ons dagelijks leven en in de samenkomsten van de gemeente niet erkennen, maken wij ons in geestelijke zin schuldig aan doodslag. De voorwaarde tot bezit en genot van het land houdt voor ons in dat wij Zijn Naam niet verloochenen (Op 3:8). Maar er is ook voor ons een vrijstad. Die vinden we in de waarheid van Zijn Woord. Terug naar de Heer, het erkennen van Zijn Naam, dat wil zeggen Zijn gezag, betekent buigen voor Zijn Woord.

Het zijn hier de vrijsteden in het gebied aan de woestijnzijde van de Jordaan, dus nog niet in land. Het gaat om ons leven op aarde voor Gods aangezicht, leven in gemeenschap met Hem. Het gaat om de erkenning van Zijn rechten in het dagelijks leven. Als we die om wat voor reden ook niet langer erkennen en in geestelijke zin tot afgoderij en doodslag vervallen, komt dat doordat we vergeten zijn wat het betekent gerechtvaardigd te zijn door het geloof. Dan moet dat opnieuw zijn betekenis voor ons krijgen.

Die betekenis en het leven in overeenstemming daarmee komen terug als wij Gods Woord weer gaan lezen en Gods Geest Zijn werk in ons laten doen. Dan ontdekken we weer dat de gerechtigheid van God de gerechtigheid is die Hem eigen is en van Hem uitgaat en die wij door het geloof in de Heer Jezus hebben ontvangen. We zullen geborgen zijn in de vrijstad in het ervaren van de waarheid van het eerste vers van Romeinen 5 (Rm 5:1).

Copyright information for DutKingComments