Deuteronomy 4:8

Gods volk en de andere volken

Werkelijke wijsheid en verstand worden gevonden in een leven dat wordt geleefd naar de normen van God. God heeft die bekendgemaakt in Zijn Woord. Dat Woord heeft Hij Zijn volk gegeven. Het bezit van dat Woord maakt het grote verschil met de wereld om Gods volk heen. Niet hun welvaart of militaire macht, maar een leven naar de verordeningen en bepalingen van Gods Woord onderscheidt Gods volk van de wereld. Als ze gehoorzaam zijn, zullen ze de jaloersheid van alle volken opwekken.

De brief aan de Kolossenzen begint met een gebed om wijsheid en geestelijk inzicht die nodig zijn om de zegeningen van het land te kunnen genieten: “Daarom houden ook wij, van de dag af dat wij ervan gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht” (Ko 1:9). Het ware leven is “met Christus verborgen in God” (Ko 3:3). Zich daarnaar uitstrekken, daarmee bezig zijn (Ko 3:1) is ware wijsheid en inzicht, want in Hem zijn “al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen” (Ko 2:3).

Als we zo in Gods Woord lezen en steeds meer ontdekken van Christus, in Wie al onze zegeningen vervat zijn, zullen we wandelen “in wijsheid tegenover hen die buiten zijn” (Ko 4:5). Zo zegt Mozes dat tegen het volk. Hun luisteren naar de geboden van God zal een getuigenis zijn tegenover de volken om hen heen (vgl. 1Kn 10:4-5). Het ware recht wortelt in God. Als Zijn volk dat handhaaft, wordt Hij daardoor zichtbaar. Hij wordt geëerd. Deze eer komt ook op het volk. Zij die Gods Woord groot maken, zullen er zelf door groot gemaakt worden.

Mozes houdt het volk voor hoe dicht de HEERE bij hen is. Hij is zo dichtbij, dat Hij hen hoort als zij roepen. Er is een werkelijke relatie. Beseft het volk het wel? Beseffen wij het wel? En God geeft antwoord. Zijn antwoord op welke vraag ook, hebben we in Zijn Woord. Daar wijst Mozes dan ook vervolgens op. Vol overtuiging spreekt hij over de ongeëvenaarde rechtvaardigheid van Gods wetten (Ps 147:19-20).

Zijn wij, ben ik, daar volledig en diep van overtuigd? Als er geen overtuiging is van de waarheid van Gods Woord, lezen we er niet in. Als we er wel in lezen zonder die overtuiging, doen we dat zonder het besef dat de levende en liefdevolle God tot ons spreekt. “Zijn geboden zijn niet zwaar” (1Jh 5:3), dat wil zeggen voor het nieuwe leven. Het zijn de beste en rechtvaardigste geboden. De grondslag is de liefde. Hij is Zijn volk zo nabij en wij zijn zo dicht bij Hem gebracht.

We moeten leren ”niet als onwijzen maar als wijzen” te wandelen (Ef 5:15). Dat leren we onder andere door ons met de brief aan de Efeziërs bezig te houden. Daardoor ontvangen we wijsheid en inzicht. Wijsheid is niet te vinden in geleerdheid en wetenschap, in een opleiding in de wereld, maar in de school van God. Ware wijsheid is niet te leren uit een boekje, maar doen we op in de oefenschool van God.

Copyright information for DutKingComments