Deuteronomy 6:6-9

Reikwijdte van de geboden

De waarheid over God moet niet zuiver als theorie bewaard worden, maar het volk moet die waarheid kennen als feit en ernaar leven in de praktijk. In orthodoxe kerken wordt deze waarheid in geloofsbelijdenissen opgenomen. Men kent die waarheid als dogma, maar waar wordt ze uitgewerkt in het dagelijks leven? Als de kern van het christendom werkelijkheid is voor het leven van elke dag, zal dat tot gevolg hebben dat de Heilige Geest de leiding gegeven wordt van het persoonlijk en het gemeentelijk leven. God en Zijn Woord behoren de normale gespreksthema’s te zijn van elk lid van Gods volk, overal en op elke tijd.

In de gezinnen zullen ouders hun kinderen de kern van het geloof inprenten, inscherpen, en hen oefenen overeenkomstig hun levensweg (Sp 3:1; 3; Sp 22:6). Dit geldt ook voor de familie van God. In de plaatselijke gemeenten zullen oudere gelovigen, de vaders in Christus, de jongeren deze dingen inscherpen. Hun onderwijs zal alleen effect hebben als het in hun leven waarneembaar is.

Er is wel opgemerkt dat Mozes zijn wet zó eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen acht, dat iedere vader wel in staat moet zijn om die aan zijn kinderen te leren. Er is geen excuus om hierin nalatig te zijn. Het is geen kwestie van intellect, maar van gezindheid, van het hart. Het gaat om het zorgvuldig overleveren van Gods Woord dat ons is toevertrouwd, aan hen, die na ons komen, opdat ook zij bevestigd en gezegend zullen worden in de gehoorzaamheid daaraan.

Liefde tot God komt tot uiting in kenmerken die aan ons te zien zijn. Gods woorden bepalen behalve ons spreken tot onze kinderen ook ons handelen, wat wordt aangegeven door “op uw hand binden”. Het is voor iedereen zichtbaar, wat wordt aangegeven door “als een voorhoofdsband tussen uw ogen”. Het voorhoofd spreekt van het openlijke getuigenis (Op 13:16; Op 14:1) dat we van onze liefde voor God afleggen. Als we ons “de HEERE voortdurend voor [ogen]” stellen (Ps 16:8), komt dat in ons hele leven tot uiting. God wil betrokken zijn bij elk detail van ons leven. Er is niets in het leven van Zijn kinderen, waarvan Hij zegt: ‘Dat interesseert Mij niet.’

In onze huizen speelt zich het familieleven af. Het familieleven wordt beïnvloed door wat onze huizen binnenkomt. Het schrijven op de deurposten kunnen we toepassen op het toetsen aan Gods Woord van alles wat we in ons huis toelaten. Zijn het dingen die het familieleven naar Gods gedachten opbouwen of afbreken? Draagt de omgang met elkaar, man en vrouw, ouders en kinderen en kinderen onder elkaar, het stempel van Gods Woord als een eigendomskenmerk? Het ouderlijk gezag, dat altijd gerespecteerd behoort te worden, zal zeker gerespecteerd worden als kinderen zien dat het uitgangspunt liefde tot de Heer is en de wens om aan Hem gehoorzaam te zijn.

Omdat de HEERE Eén is, heeft Hij recht op onze ongedeelde toewijding. Al Zijn eigenschappen zijn in volmaakte harmonie met elkaar. Er is geen enkele eigenschap die in strijd is met een van Zijn andere eigenschappen. Hij is volmaakt in liefde en volmaakt in gerechtigheid. Nooit is Zijn liefde in strijd met Zijn gerechtigheid of andersom. Als Hij liefde betoont, doet dat Zijn gerechtigheid nooit geweld aan. Als Hij gerechtigheid oefent, stelt dat Zijn liefde nooit terzijde. In al Zijn handelen wordt aan elke eigenschap van Hem volmaakt beantwoord.

Copyright information for DutKingComments