Deuteronomy 7:15

Zegen als beloning

Door zich aan Gods geboden te houden kan het volk laten zien dat het God liefheeft. Dat heeft weer Zijn speciale liefde tot gevolg, het geeft Hem als het ware een nieuwe reden voor Zijn liefde voor hen. Hij heeft het volk lief vanuit Zichzelf, maar Hij wil Zijn volk ook graag Zijn liefde laten voelen op grond van wat Hij bij hen vindt in de praktijk van hun leven (Dt 7:13).

Dat geldt ook voor ons en wel in een intiemere mate. Daarover spreekt de Heer Jezus in de opperzaal met Zijn discipelen. Daar vertelt Hij hoe het bewaren van de geboden en de liefde voor Hem bij elkaar horen (Jh 14:21). De beloning die daarbij hoort, is het ervaren van de liefde van de Vader en de Heer Jezus en het zicht krijgen op een verdere heerlijkheid van de Zoon. Onze kennis van de Persoon en het werk van de Heer Jezus zal toenemen.

De geboden waarover de Heer Jezus het heeft, zijn niet de tien geboden. Die beloven geen openbaring van de Zoon. De geboden van de Heer Jezus gaan daar ver bovenuit. Het zijn de geboden die het verlangen van het nieuwe leven aangeven om de wil van God te doen. Dat zijn geen beperkende geboden of gebiedende geboden – ‘u zult’ en ‘u zult niet’ –, maar het is elke gehoorzaamheid aan wat de Heer Jezus ons ook maar vraagt om te doen. “Dit is de liefde van God, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar” (1Jh 5:3). Deze geboden zijn niet zwaar omdat ze volmaakt passen bij het nieuwe leven dat zijn vreugde vindt in het houden van die geboden.

Hierop sluit een nog verdergaand bewijs van liefde tegenover de Heer Jezus aan. Dat treffen we aan in de woorden van de Heer: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn Woord bewaren” (Jh 14:23). De beloning die daarbij hoort, is dat de Vader en de Zoon zullen komen om bij zo iemand woning te maken. Hier gaat het niet alleen om iets doen wat de Heer Jezus ons vraagt, maar het doen van alles waarvan wij weten dat Hij dat fijn vindt, zonder dat Hij dat uitdrukkelijk tegen ons heeft gezegd. Als een vader tegen een van zijn kinderen zegt dat het iets moet doen, en het kind doet gehoorzaam wat hem is opgedragen, is dat goed. Als een vader tegen zijn vrouw zegt dat hij nog iets moet doen en een van de kinderen hoort dat en doet het voor zijn vader, gaat dat verder.

De weg van gehoorzaamheid is de weg van zegen. Liefde die zich uit in gehoorzaamheid heeft overvloedige zegen tot gevolg. Er is vermeerdering van de aardse zegen. Er is overvloed in de vrucht van het land en in het nageslacht, verheffing boven andere volken, geen ziekten en kwalen van Egypte. Voor ons is geestelijke voorspoed verbonden aan gehoorzaamheid (vgl. Hd 9:31).

De voorspoed wordt op drie terreinen voorgesteld. Eerst is er de vrucht van de schoot. Dat ziet op nieuw leven en wel in het land. Paulus zegt van de Galaten, over wie hij in grote zorg is vanwege het wetticisme dat daar ingang heeft gevonden: “Mijn kinderen, van wie ik opnieuw in barensweeën ben, totdat Christus gestalte in u krijgt” (Gl 4:19-20). De vrucht van de schoot wordt in geestelijk opzicht gezien waar een mens volmaakt gesteld wordt in Christus, dat wil zeggen dat iemand zijn positie in Christus kent en daarnaar leeft (Ko 1:28).

Het tweede bewijs is de vrucht van het land, samengevat in “uw koren, uw nieuwe wijn en uw olie”. Dit zijn voor ons symbolen van Christus als ons voedsel (koren) en onze blijdschap (wijn) die we genieten in de kracht van de Heilige Geest (olie).

Het derde bewijs van voorspoed is de vrucht van het vee, waarin de toenemende mogelijkheden tot offeren te zien zijn, wat voor ons een toenemende aanbidding betekent.

Ziekte is voor ons geen bewijs van ongehoorzaamheid. De ziekten en kwalen van Egypte spreken voor ons van een geestelijke houding waaronder wij vroeger gebukt gingen (Tt 3:3). Die houding zal weer bij ons te zien zijn als we een weg gaan die van de weg van gehoorzaamheid aan God afwijkt.

God beloont Zijn volk naar hun wandel. Wel moeten zij oppassen voor de valstrik van het ontzien van de vijandige volken en het dienen van hun afgoden. In deze valstrik komen we terecht als we niet meer genoeg hebben aan alles wat de Heer heeft gegeven aan geestelijke zegeningen. Dan worden we jaloers op wat de mensen van de wereld of wereldsgezinde christenen zich allemaal veroorloven en willen dat dan ook.

Copyright information for DutKingComments