Deuteronomy 7:19

Bemoediging

De valstrik van Dt 7:16 is een onvergeeflijke ruimhartigheid. In Dt 7:17 ligt een andere valstrik klaar, die van bangheid. God weet hoe Zijn volk is en hoe het bij zichzelf kan denken. Hij weet dat de vijand in de ogen van het volk een te grote hindernis kan worden, zodat hun de moed in de schoenen zinkt. Daarom herinnert Hij hen eraan en bemoedigt hen ermee door te wijzen op wat Hij voor hen geweest is en gedaan heeft met de farao en alle Egyptenaren. Op dezelfde wijze zal Hij het opnieuw voor hen opnemen.

Zoals God Israël wees op Zijn overwinning over de farao en Egypte, zo wijst Hij ons op de overwinning die de Heer Jezus op Golgotha heeft behaald. Daar zien we hoe Hij de satan en zijn demonen heeft verslagen (Ko 2:15). Hij herinnert ons aan onze eigen verlossing. Geen macht heeft ons kunnen vasthouden, toen Hij ons wilde verlossen uit de slavernij van de satan, de wereld en de zonde. Het gevaar ligt niet in de macht van de vijand, maar in het aanknopingspunt dat hij in ons hart heeft.

Een volk dat “een groot en ontzagwekkend God” in hun midden heeft, hoeft geen enkele vrees te hebben. Integendeel, de aanwezigheid van die God in hun midden zal hun vijanden met vrees vervullen. Als we op Zijn kracht vertrouwen, kunnen we gerust zijn (2Ko 10:3-6).

De HEERE wijst er ook op dat de verovering van het land niet te snel moet gaan (vgl. Ex 23:29-30) om het evenwicht van het land niet te verstoren. Als ze wel de vijanden verdrijven, maar er niet gaan wonen omdat ze verdertrekken, zal het veroverde land door het wild gedierte in bezit worden genomen. Ze moeten daarom verdrijven en gaan wonen en dan weer verdrijven en gaan wonen.

Dat is geen ontmoediging. Het in bezit nemen van het land is geen zaak van vandaag op morgen, ook niet in geestelijk opzicht. De geestelijke groei kent verschillende stadia. Er zijn kinderen, jongelingen en vaders in het geloof (1Jh 2:13-14). Kinderen, jongelingen en vaders hebben allen hetzelfde eeuwige leven. Maar kleine kinderen, zij die pas tot geloof zijn gekomen, en jongelingen, zij die al wat verder op de weg van het geloof zijn, moeten nog naar volwassenheid toegroeien. Je bent niet zomaar een vader in Christus. Er is een geleidelijke groei om de zegen die God ons wil toevertrouwen in bezit te nemen. Zo doen we steeds nieuwe verrassingen op in het land.

Copyright information for DutKingComments