Ecclesiastes 1:2

De conclusie van het onderzoek

De Prediker begint niet met een luchtig verhaaltje om hen tot wie hij zich richt op smaak te brengen en hen ernaar te laten verlangen meer te horen. Tegen alle adviezen over de opbouw van een toespraak in valt hij met de deur in huis. Hij begint met het uitspreken van de conclusie van alles wat hij heeft onderzocht: alles is “een en al vluchtigheid”. Dat zegt hij niet als een terloopse opmerking, maar hij drukt ons met de neus op de feiten door het drie keer te herhalen, zodat we het niet kunnen negeren.

Hij zal zijn conclusie in de loop van het boek ruim en grondig onderbouwen. Dan zal blijken dat het geen uiting van wanhoop is – zo zou een oppervlakkige lezer deze conclusie kunnen opvatten –, maar de nuchtere constatering van de natuur van de wereld en alles wat erin is. Telkens noemt hij een probleem of raadsel dat hij in het leven is tegengekomen, en stelt vast dat alles “een en al vluchtigheid” ofwel zinloos is.

Als we volgens de Prediker het leven eerlijk en goed bekijken, zien we dat het leven maar kort en leeg, bedrieglijk en zonder resultaat is. Hij zegt dit om het hart van de gelovige weg te trekken van de wereld en zijn verlangens en verwachtingen te richten op de onzienlijke, onvergankelijke wereld die niet aan de vluchtigheid onderworpen is (Rm 8:20; 1Ko 7:31; 2Ko 4:16; 2Pt 3:11; 1Jh 2:17).

“Een en al vluchtigheid” is letterlijk ‘vluchtigheid der vluchtigheden’. Dit is een Hebreeuwse overtreffende trap en betekent ‘de allergrootste vluchtigheid’. We vinden dit ook in uitdrukkingen als ‘de God der goden’, ‘het heilige der heiligen’, ‘een knecht der knechten’. “Al” is ‘het geheel’ en niet slechts een beetje of af en toe. Wel moeten daarbij blijven bedenken dat het gaat om waarnemingen buiten God om waarbij de mens wordt beschouwd als van Hem vervreemd.

Met deze stelling – die geen theorie is, maar door hem is ervaren – toont hij aan hoe zinloos en doelloos alles is. Vluchtigheid heeft de betekenis van leeg, een ademtocht, een windvlaag, tevergeefs, snel voorbij, doelloos, je hebt er niets aan, je kunt er niets mee, waardeloos.

Prediker is wijzer en ernstiger dan alle mensen. Dat maakt hem echter niet gelukkiger, maar slechts verwarder en verdrietiger dan iemand anders. Sommigen spreken verachtelijk over de wereld omdat ze kluizenaars zijn en de wereld niet kennen, of omdat ze bedelaars zijn die niets hebben. Zo is het niet met Salomo. Hij kent de wereld en bezit alles.

Wij die geloven, mogen het leven bezien vanuit de hemel, dat wil zeggen vanuit een plaats boven de zon. Daardoor weten we dat de wereld en haar begeerte voorbijgaan, maar dat “wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid” (1Jh 2:17).

Copyright information for DutKingComments