Ecclesiastes 8:15

Wat op de aarde plaatsvindt en Gods werk

In Pr 8:14 is de Prediker weer terug bij zijn waarnemingen onder de zon. Dat maakt hij duidelijk door te spreken over wat “op de aarde plaatsvindt”. Hij heeft geconstateerd dat de zaken op zijn kop staan, dat er dingen gebeuren die tegendraads zijn, die ieder oprecht mens met weerzin vervullen. Het gaat over de situatie dat er rechtvaardigen zijn die het vergaat naar het werk van de goddelozen en omgekeerd dat er goddelozen zijn die het vergaat naar het werk van de rechtvaardigen.

Als het er op de aarde zo aan toe gaat, is het zinloos je in te zetten om nog iets van het leven te maken. Wanneer het bestaan van de mens beperkt zou blijven tot zijn leven op de aarde, dan was het inderdaad “iets vluchtigs”, iets als een damp, die een korte tijd wordt gezien en dan is verdwenen. Pas in het licht van de eeuwigheid gaat het vluchtige over in vastigheid.

De constatering van Pr 8:14 brengt de Prediker tot de verzuchting dat een mens het beste af is met eenvoudige vormen van genot (Pr 8:15). Het verandert niets aan het zwoegen, maar het maakt het wat draaglijker (Pr 2:24). Alles is beter dan dat je stank voor dank krijgt of dat je geen waardering krijgt omdat de goddeloze er met de eer vandoor gaat die jij verdient. Blijdschap is het mooiste wat een mens die alleen gericht is op zijn aardse loopbaan, kan bereiken. Hij breekt zich niet het hoofd over de onoplosbare raadsels van de Voorzienigheid, maar geniet dagelijks onbezorgd van de goede gaven van de Schepper, al is het zonder Hem ervoor te danken.

De blijdschap van de nieuwtestamentische gelovige is niet verbonden met de dingen die de aarde biedt, maar met de hemel, waar hij mag genieten van de gemeenschap met de Vader en de Zoon (1Jh 1:4). Die gemeenschap geeft een volkomen blijdschap. Christus is de Bron van onze blijdschap (Jh 15:11; Jh 16:22). We kunnen elkaar helpen om blijdschap te kennen en eraan meewerken dat anderen blij worden (2Ko 1:24), zodat ze hun weg met blijdschap gaan (Hd 8:39).

Het onderzoek dat de Prediker met heel zijn hart heeft verricht om achter de diepere zin van het leven te komen, heeft alleen het besef opgeleverd dat alle bezigheid op aarde geen enkel blijvend resultaat oplevert, ook al zou iemand zich dag en nacht afbeulen zonder een ogenblik slaap (Pr 8:16). Alle inspanning heeft, horizontaal bekeken, geen zin.

Er is ook nog iets anders wat de Prediker heeft ontdekt en dat is dat God werkt (Pr 8:17). Het gaat niet om Zijn scheppingswerk, maar om Zijn hand in de geschiedenis. In het licht van de eeuwigheid speelt zich in de wereldgeschiedenis en ook in ons eigen leven Gods werk af waarbij Hij recht op Zijn doel afgaat. Dáár ligt de diepere zin van het leven.

De constatering dát God werkt, geeft de Prediker echter niet het antwoord op de vraag waaróm God werkt zoals Hij doet. Zien dat God werkt, betekent niet dat we weten hoe Hij werkt en waar Hij naartoe werkt. Dat is door geen mens te ontdekken, hoe hard hij er ook voor zwoegt om het te ontdekken (Pr 3:11; Jb 11:7-9). En als er een wijze is die beweert het te weten, dan is dat een aanmatiging, want geen sterveling kan de diepten van Gods werk ontdekken.

Toch kan de constatering dát God werkt, rust geven. We hoeven ons niet uit te sloven om Gods werk te doorgronden. Dat kunnen we eenvoudigweg niet. Bij alle raadsels die we in het leven kunnen tegenkomen, de verdraaiing van goed en kwaad, kunnen we erop vertrouwen dat dwars door alles heen God Zijn werk doet en Zijn doel bereikt. Dat wij over talloos veel dingen alleen vragen en geen antwoorden hebben, hoeft ons dan niet wanhopig te maken.

Laten we beseffen dat God God is en dat Hij niet verplicht is aan ons rekenschap af te leggen van Zijn handelen. Hij kan dingen voor Zich houden omdat Hij het niet nuttig vindt dat wij die weten. Job heeft dat ervaren in zijn zoektocht naar de zin van het lijden dat over hem is gekomen. Hij is met al zijn waaromvragen op God aangelopen. God heeft Job laten uitrazen en daarna meer dan zeventig vragen aan hem gesteld. Die vragen maken duidelijk dat Hij alles in Zijn schepping bestuurt, dat Hij aan het werk is en dat niets Hem uit de hand loopt. Hijzelf is het antwoord op de vragen van Job.

Copyright information for DutKingComments