Ephesians 6:16

De wapenrusting

Ef 6:14. We gaan die hele wapenrusting nu wat nader bekijken. We zullen zien wat je moet aandoen (Ef 6:11) en wat je moet opnemen (Ef 6:13) en of je dat ook hebt gedaan. Onderdelen die nog niet goed zitten, kun je dan alsnog in orde brengen.

Het eerste onderdeel, “[de] waarheid”, dient ter bescherming van de lendenen. De lendenen stellen in de Bijbel de kracht om te wandelen voor. In Exodus 12 wordt tegen het volk gezegd dat zij het Pascha moeten eten met hun “middel [of: lendenen] omgord” (Ex 12:11), dat wil zeggen: klaar om Egypte te verlaten en op weg te gaan naar het beloofde land. ‘De lendenen omgord met waarheid’ betekent dat je wandel in overeenstemming met de waarheid moet zijn. Dat is zo, als je het Woord van God daadwerkelijk op jezelf toepast. Daardoor zul je de werkelijkheid zien van alles waarmee je in aanraking komt.

Zoals “[de] waarheid in Jezus” (Ef 4:22) te zien is in Zijn wandel op aarde, zo moet de waarheid ook jouw kracht voor je wandel zijn. De waarheid moet een onderdeel van je wezen worden, in alles wat je zegt en doet. Al je denken, spreken en handelen moet worden geleid door de waarheid, door wat waar is, zoals God de dingen ziet. Je houden aan de dingen zoals God ze geopenbaard heeft in Zijn Woord, daarin ligt de kracht voor je wandel in een wereld waarin de satan nog steeds heer en meester is.

Als jouw gevoelens voor de wereld omgord zijn met waarheid, zal zij je ervoor bewaren om iets van de wereld lief te hebben. De waarheid maakt jou duidelijk dat de wereld in het boze ligt en dat alles wat in de wereld is, niet uit de Vader is (1Jh 5:19; 1Jh 2:15-17).

Omgord zijn met waarheid betekent niet dat je de hele Bijbel uit je hoofd moet kennen. Waar het op aankomt, is of jij alles waarmee je in aanraking komt, wilt toetsen aan de waarheid. Als dan blijkt dat iets in overeenstemming met de waarheid is, is het goed, en als het ermee in strijd is, is het verwerpelijk.

Dit onderdeel van de wapenrusting is ook in pastorale zin van belang. We hebben allemaal te maken met andere mensen. Dat kunnen familieleden zijn, vrienden, collega’s, buren, kennissen, een broeder of zuster. Al onze relaties en alle gebeurtenissen moeten worden bezien in het licht van de waarheid. Dan wordt het ware karakter van die mens of gebeurtenis duidelijk en kunnen we ons ten opzichte daarvan op de juiste wijze opstellen. Als we dat niet doen, is het gevaar groot dat jij en ik geleefd worden door andere mensen of door wat ons is overkomen.

Als je personen en gebeurtenissen in het licht van de waarheid beoordeelt, kun je ze op hun juist plaats zetten en zullen ze jou niet meer kunnen manipuleren. Je bent alleen daardoor gewapend met het juiste zicht erop. Je kunt de aanvallen daarmee afslaan. Zo heb je de kracht (‘lendenen’) om voor God te leven en Hem te vertonen in de wereld. Dat is geen gevoelsmatige aangelegenheid, maar iets wat je met je verstand moet pakken. Petrus zegt: “Omgordt daarom de lendenen van uw verstand” (1Pt 1:13).

Het tweede onderdeel, “gerechtigheid”, dient ter bescherming van je borst. Gerechtigheid houdt in dat je aan ieder geeft wat hem of haar toekomt. Het gaat om recht handelen, om handelen zoals God het wil. Het “borstharnas” beschermt het hart. Uit het hart “zijn de uitingen van het leven” (Sp 4:23). Worden de rechten van God erkend bij alles wat uit ons hart voortkomt, zodat we handelen zoals God het wil? Paulus oefende zich “om altijd een onergerlijk geweten te hebben tegenover God en de mensen” (Hd 24:16). Bij hem zat ‘het borstharnas van de gerechtigheid’ goed op zijn plaats. Als ons geweten niet zuiver is, zijn we overgeleverd aan de listen van de duivel en zijn we krachteloos in de strijd tegen hem.

Ef 6:15. Het derde onderdeel heeft met je voeten te maken: “De voeten geschoeid met [de] toerusting van het evangelie van de vrede.” Het gaat hier er niet om dat je bereid bent het evangelie te verkondigen; ook niet zozeer dat je leeft in de zekerheid van de vrede met God (Rm 5:1). Vrede is hier de vrede tussen Jood en heiden in één nieuwe mens (Ef 2:14; 17). Deze vrede is hemels, het is de vrede van God (Fp 4:7).

In onze wandel moet zichtbaar zijn dat wij vanuit de vrede léven. Dan brengen we alles wat in ons hart is bij God. We hebben dan we rust in elke omstandigheid waarin God ons brengt. De Heer Jezus is hierin ons voorbeeld (Mt 11:25-30). De vrede van God wordt gekenmerkt door de rust van God op Zijn troon, onaangedaan door alle gewoel op aarde.

Als de duivel ons niet kan pakken op de eerste twee onderdelen, zal hij proberen onze vrede weg te nemen. Net als bij Job zal hij daarvoor allerlei (minder prettige) omstandigheden gebruiken. In de hemel is niets waardoor we onrustig worden en onze vrede verliezen. Het getuigenis van de hemelse werkelijkheid zal op aarde vooral gezien worden in de vrede die wij te midden van alle gewoel uitstralen.

Ef 6:16. Na drie militaire kledingstukken krijgen we nu drie beschermingsmiddelen aangereikt. Het eerste is het “schild van het geloof”. Het geloof wordt hier voorgesteld als een schild. Het is een prachtig beeld. Je ziet een lang schild voor je waarachter het hele lichaam schuilgaat. Dan ben je onbereikbaar voor alle vurige pijlen. Als je geloof, dat wil zeggen je vertrouwen, werkelijk op God gericht is, als je gelooft dat Hij alles in de hand heeft en dat niets Hem verrast, zullen alle pogingen van de boze om je te ontmoedigen op niets uitlopen. Door het geloof zie je de verheerlijkte Christus, aan Wie God binnenkort alle machten zal onderwerpen.

De duivel fluistert je in: ‘Als God jou liefheeft, dan zou …’ De duivel voedt gedachten van ongeloof en wantrouwen. Dat zijn “de brandende pijlen” die hij afvuurt en die in je ziel een vuur doen ontstaan dat snel om zich heen grijpt. Een pijl die doel treft, veroorzaakt een gaatje, maar een brandende pijl veroorzaakt veel meer ellende dan een gaatje. De duivel wil je laten twijfelen aan de liefde en goedheid van God voor jou. In zo’n geval neem je het schild van het geloof op, zodat al die brandende pijlen worden afgeweerd en uitgeblust. Zo doofde Job een vurige pijl die de duivel afschoot via zijn vrouw (Jb 2:9-10). Houd eraan vast dat alle dingen in de hand van de Vader en de Zoon zijn. God heeft je lief en doet alles meewerken ten goede voor hen die Hem liefhebben (Rm 8:28).

Ef 6:17. Om het hoofd, de zetel van de gedachten, te beschermen voorziet God je van “de helm van de behoudenis”. Je weet dat je “uit genade behouden” bent (Ef 2:5b). Die behoudenis is een gave van God (Ef 2:8) en daarom niet afhankelijk van mensen. Daarom staat die behoudenis vast en kun je met opgeheven hoofd de vijand weerstaan.

Het zesde middel is “het zwaard van de Geest, dat is [het] Woord van God”. Het zwaard is het Woord van God dat gebruikt wordt in de kracht van de Geest. Hoe dit wapen gebruikt moet worden, laat de Heer Jezus zien bij de verzoeking in de woestijn (Mt 4:1-11). Steeds opnieuw verslaat Hij de duivel met een citaat uit het Woord van God, dat Hij laat voorafgaan door de woorden “er staat geschreven”.

Je hanteert het zwaard als je uitspraken van Gods Woord aanhaalt in bepaalde situaties. Om het zwaard van de Geest doeltreffend te kunnen gebruiken moet je ermee oefenen. Dat houdt niet alleen in dat je het Woord van God steeds beter leert kennen, maar ook dat je weet hoe en wanneer je het moet gebruiken. Van de zestig helden die de draagstoel van Salomo omringden, staat: “Allen hanteren het zwaard, geoefend [als ze zijn] voor de oorlog” (Hl 3:7-8).

Kwade machten kunnen alleen worden weerstaan met het Woord van God. Met het ‘wapen van de discussie’ red je het niet, al ben je nog zo goed van de tongriem gesneden.

Lees nog eens Efeziërs 6:14-17.

Verwerking: Ga eens na hoe de onderdelen van de wapenrusting in jouw leven hun werk doen.

Copyright information for DutKingComments