Exodus 10:3

Aankondiging van de achtste plaag

Voor de zevende keer klinkt de oproep: “Laat Mijn volk gaan, zodat zij Mij dienen kunnen” (Ex 5:1; Ex 7:16; Ex 8:1; 20; Ex 9:1; 13; Ex 10:3). Bij weigering zullen er sprinkhanen komen, in een ongekende hoeveelheid. Eén enkele sprinkhaan is onbetekenend, hij stelt niets voor, maakt geen enkele indruk, is zomaar dood te trappen. Tien van de twaalf Israëlitische verspieders voelden zich in hun ongeloof zo tegenover de reuzen in Kanaän (Nm 13:33). Maar in groten getale zijn ze overweldigend en verwoestend (vgl. Ri 6:5; Ri 7:12).

Nadat Mozes zijn boodschap heeft gebracht, draait hij zich resoluut om en gaat bij de farao weg. Hij wacht niet op antwoord.

Copyright information for DutKingComments