Exodus 12:2

Inleiding

Dat Israël vanaf de vierde plaag geen plaag heeft ontvangen, is genade. Bij de laatste plaag, het oordeel over de eerstgeborenen, is er echter geen onderscheid tussen Egypte en Israël. De eerstgeborenen van Israël vallen evenzeer onder het oordeel als die van Egypte. Voordat we weten wat verlossing is, moeten we eerst weten wat oordeel is.

De instelling van het Pascha gaat van God uit. Het Pascha is Gods vertrekpunt om het volk

1. door de Rode Zee te voeren,

2. door de woestijn te leiden, om het ten slotte

3. in het land te brengen.

Een nieuw begin

De HEERE spreekt als Rechter. Dat is Hij zowel voor Egypte als voor Zijn volk. Voor Zijn volk is Hij ook de Redder. Hij spreekt over het Pascha, terwijl het volk nog in Egypte is. Het Pascha is het enige feest dat Israël in Egypte heeft gevierd.

Het is het begin van een nieuwe tijdrekening. Het is het begin van de betrekkingen van God met Zijn volk op de grondslag van de verlossing. Nu kan het volk God gaan dienen. Dit is de eerste maand van de godsdienstige kalender van Israël, de maand Abib (Ex 13:4). Abib betekent ‘verse, jonge aren’, bijvoorbeeld van de gerst. In het burgerlijk jaar is het op dat moment de zevende maand. Door deze nieuwe kalender krijgen de Israëlieten een nieuwe identiteit als het geliefde volk van de ware God.

Copyright information for DutKingComments