Exodus 12:38

De uittocht begint

Het volk vertrekt van Rameses (of: Raämses), de plaats die hun slavernij kenmerkte (Ex 1:11) en gaat op reis naar de eerste halteplaats: Sukkoth (Nm 33:5). Sukkoth betekent ’hutten’ en geeft, net als een tent, aan dat het volk een pelgrimsvolk is.

Met het volk trekt ook “een grote groep van mensen van allerlei herkomst” op. Zij behoren niet tot Gods volk, maar zien er wel voordeel in zich bij Gods volk te voegen. Zij worden niet geleid door geloof, maar door berekening. Dit “samenraapsel” zal later een bron van ellende worden (Nm 11:4). Altijd als er een werk van God gebeurt, zal de vijand proberen in dat werk te infiltreren. Door onoplettendheid van de plaatselijke gemeente slaagt de vijand erin elementen in de dienst in te voeren die afbreuk doen aan het ware kenmerk van de gemeente.

Het eerste voedsel dat zij nuttigen nadat zij uit Egypte zijn gegaan, bestaat uit ongezuurde koeken. Dat is een goed begin van de reis. Ze gaan zo overhaast weg, dat het zuurdeeg geen kans heeft gekregen zijn werk te doen.

Mensen die radicaal uit de wereld bekeerd worden, doen vaak zonder daar verder over na te denken, direct diverse zaken uit hun leven weg, zoals muziek, films en boeken met een zondige inhoud. Dit directe handelen is belangrijk. De pasbekeerde Efeziërs handelen ook zo. Pas nadat ze hun verkeerde spullen hebben verbrand, berekenen ze de waarde (Hd 19:19). Als ze eerst zouden hebben gerekend, zouden ze het misschien jammer hebben gevonden en hun toverboeken hebben gehouden.

De HEERE doet Zijn woord, dat Hij eens tot Abraham heeft gesproken, in vervulling gaan. Gods molens malen langzaam, maar zeker. Na vierhonderddertig jaar (1876–1446 v.Chr.) verblijf in Egypte is de nacht aangebroken waarin het volk vertrekt. Het is een nacht die tot eer voor de HEERE strekt. Het paasfeest moet gevierd worden ter herinnering aan die nacht.

Zeven keer komt in dit hoofdstuk het woord “nacht” voor. Het doet denken aan de drie uren van duisternis waarin de Heer Jezus tot zonde is gemaakt en de zonden heeft gedragen van allen die in Hem geloven. Het is ook “in de nacht waarin Hij overgeleverd werd” (1Ko 11:23) dat de Heer het avondmaal instelt.

Copyright information for DutKingComments