Exodus 15:17-18

Het doel van Zijn handelen

Terwijl Mozes in Ex 15:13 spreekt over Gods woning in de woestijn, spreekt hij nu over Gods woning in het land. Er is sprake van “de berg [die] Uw eigendom [of: erfdeel] is”. Het erfdeel staat altijd in verbinding met het land. Het is ook “Uw erfdeel”, het erfdeel van God. God gaat Zijn erfdeel in bezit nemen door het Zijn volk in bezit te laten nemen. Eenmaal daar gekomen, zal Hij daar een “vaste woonplaats”, een “heiligdom” oprichten, namelijk de tempel. De verloste ziet in het geloof ook die plaats al vooruit, want hij spreekt erover als een voltooide zaak: “Dat Uw handen gesticht hebben.”

Het volk van God, de gemeente, mag bij Hem wonen. De tempel is ook een beeld van het Vaderhuis (Jh 14:2). Daar zal de gemeente tot in eeuwigheid mogen zijn. Tot die tijd stelt de tempel, evenals de tabernakel, de gemeente als woonplaats van God op aarde voor.

De tempel hoort bij een volk in het land en is een vaste woning. De tabernakel hoort bij een volk in de woestijn en is een verplaatsbare woning. Beide aspecten zijn in de gemeente aanwezig. De gemeente is een hemelse zaak. Zo wordt ze in de brief aan de Efeziërs voorgesteld. Tegelijk is ze nog op aarde, op reis door de woestijn van deze wereld. Zo wordt ze bijvoorbeeld in de eerste brief aan de Korinthiërs voorgesteld.

De HEERE regeert voor eeuwig

Het hele plan van God met Zijn volk, of het nu gaat om Zijn aardse volk Israël of om Zijn hemelse volk de gemeente, zal door Hem volmaakt uitgevoerd worden. Daartoe laat Hij alles meewerken en daartoe bestuurt Hij alles.

Dat is ook voor het persoonlijke leven van de gelovige een grote bemoediging. Niets loopt God uit de hand. Hij heeft met alles Zijn doel, dat Hij ook bereikt. Geen vijand kan Hem daarin hinderen. Integendeel, Hij weet de vijand te gebruiken tot het vervullen van Zijn plannen!

Copyright information for DutKingComments