Exodus 16:3

Het volk mort voor de tweede keer

Het volk kan niet bij Elim blijven wonen, hoe aangenaam het daar ook is. Het moet op reis, de woestijn in. Na de verlossing, het lied, de beproeving bij Mara en de rust van Elim begint nu het echte woestijnleven.

Het is anderhalve maand na hun vertrek uit Egypte. Mogelijk is dan de hele voorraad voedsel op die ze uit Egypte hebben meegenomen. Er is geen eten meer en het volk maakt zijn ongenoegen daarover kenbaar aan Mozes en Aäron.

De verwijten zijn niet mals. Ze geven Mozes en Aäron de schuld. Ze stellen het voor alsof zij hen bewust in de woestijn hebben gebracht om hen daar te laten omkomen van de honger. Ze schijnen de slavernij waaronder ze in Egypte hebben gezucht, vergeten te zijn. Ze denken alleen maar terug aan “de vleespotten”, en naar hun idee hebben ze daar “volop brood” te eten gehad.

Zo dwaas is het volk van God – zo dwaas ben ik – als het de verlossing vergeet, als het niet meer denkt aan de ervaringen die het heeft opgedaan in Mara en Elim. Bij tegenslagen in het geloof vergeten we vaak wat God allemaal ten gunste van ons heeft gedaan en gaan we terugverlangen naar de pleziertjes en het genot van vroeger in de wereld.

Copyright information for DutKingComments