Exodus 18:25

Jethro stelt taakverdeling voor

Terwijl Mozes zijn familie op bezoek heeft, gaat hij door met zijn werk. Het volk dat hem nodig heeft, staat voor hem. Hij is voor iedereen van het volk bereikbaar. Hij is de dienaar van hen allen. Maar het is een lange rij. Op de tweede dag van zijn bezoek ziet Jethro Mozes aan het werk. De omvang van het werk brengt Jethro ertoe Mozes een aanbeveling te doen om hem verlichting te geven. Hij stelt voor dat Mozes taken delegeert, terwijl Mozes zelf voor de zware zaken beschikbaar is en ook het volk vertegenwoordigt bij God.

Dit voorstel wordt door Mozes aanvaard. Hij stelt in rangorde mannen als hoofden over het volk aan. Die mannen zijn altijd beschikbaar als zich een probleem voordoet waarover recht moet worden gesproken. Zelf blijft hij de moeilijke zaken behandelen.

De profetische toepassing is dat de Heer Jezus in de regering van het vrederijk, anderen in Zijn regering betrekt. Naar de mate van trouw krijgen de gelovigen gezag over een aantal steden (Lk 19:16-19).

De vraag is wel gesteld of Mozes wel op het voorstel van Jethro heeft moeten ingaan. Volgens Jethro is de taak te zwaar voor Mozes. Naar zijn beoordeling zal Mozes, als hij zo doorgaat, uitgeput raken. Heeft God Zelf dat niet aan Mozes duidelijk kunnen maken? Jethro behoort niet tot het volk. Hij trekt ook niet verder met het volk mee (Ex 18:27).

Hoewel Jethro in Ex 18:23 zegt dat Mozes alleen op zijn voorstel moet ingaan “als God het u gebiedt”, spreekt het volgende vers er alleen over dat Mozes doet naar wat zijn schoonvader heeft aangeraden. Over een gebod van God om zo te handelen lezen we niet.

Toch is er wel wat voor te zeggen dat God Jethro heeft gebruikt om een ordening in het bestuur in Israël in te voeren. In aansluiting op de profetische toepassing die hierboven is gemaakt, is dat ook een mogelijkheid. Jethro zegt ook wat voor soort mannen het moeten zijn die Mozes kunnen bijstaan. Ze moeten

1. bekwaam zijn, mannen met een gezond en vastberaden oordeel.

2. Godvrezend zijn, mannen die handelen uit eerbied voor God, aan Wie ze ten slotte verantwoording verschuldigd zijn in hun rechtspraak.

3. betrouwbaar zijn, mannen die de waarheid spreken.

4. een afkeer hebben van winstbejag, mannen die niet om te kopen zijn, die geen steekpenningen aannemen.

De beschrijving van deze kwaliteiten toont aan dat Jethro inzicht heeft in wie alleen Mozes kunnen helpen. Hij geeft het Mozes in overweging, met daarbij de aanbeveling het met God te overleggen en het alleen te doen als God hem daartoe de opdracht geeft. We kunnen aannemen dat Mozes dat ook heeft gedaan. Dat er geen melding wordt gemaakt van een gebod van God, hoeft niet te betekenen dat God Zijn toestemming niet heeft gegeven. Mozes is een man die in gemeenschap met God leeft.

We kunnen de door Jethro genoemde vereiste kwaliteiten zonder meer toepassen op de dienst van de herders in de gemeente (vgl. 1Pt 5:2-3). In een ruimere toepassing zien we dat God Zelf in de gemeente een verdeling van taken of gaven heeft aangebracht. Hij heeft alle gelovigen als leden “in het lichaam gesteld zoals Hij heeft gewild” (1Ko 12:18). Dat heeft Hij gedaan op een manier dat “de leden voor elkaar gelijke zorg dragen” (1Ko 12:25). Het is belangrijk elkaar daarop te wijzen, opdat niet alles door slechts enkelen gebeurt.

Copyright information for DutKingComments