Exodus 2:6

Mozes te vondeling gelegd

Wat mooi is voor God, kan niet verborgen blijven. Jochebed brengt Mozes juist naar die plaats waar de koning van Egypte dit kind wilde hebben, de plaats van de dood! Maar hoe doet ze dat? Het ontbreekt het geloof nooit aan middelen. Ze legt hem in een mandje van biezen, of kistje, dat ze waterdicht maakt door het te bestrijken met asfalt en pek.

Het mandje, of kistje, doet denken aan de ark van Noach. Het woord voor ‘mand’ of ‘kist’ en voor ‘ark’ is in het Hebreeuws hetzelfde woord. Zowel het mandje als de ark bewaart wie erin is voor de gevaren van het water. In het woord voor pek, dat ook voor het dichtmaken van de ark wordt gebruikt (Gn 6:14), zit de gedachte aan verzoening. Met haar handeling erkent Jochebed als het ware het oordeel van de dood dat op haar kind rust. Maar in het mandje heeft ze een voorziening getroffen, waardoor het oordeel haar kind niet treft. Als Jochebed Mozes in het mandje legt, legt ze een heel volk in dat mandje en redt ze een heel volk.

Als wij onze kinderen aan de wereld moeten toevertrouwen, hen moeten loslaten, mogen wij voor hen bidden, dat is aan God toevertrouwen. God heeft de Heer Jezus gegeven om in Hem geborgen te zijn. Zeker moet het kind tot persoonlijk geloof in de Heer Jezus komen, maar als ouders mogen wij daarvoor bidden.

Precies volgens Gods planning is de dochter van de farao bij de rivier. Hij gebruikt de tranen van de baby om medelijden bij de dochter van de farao op te wekken.

Copyright information for DutKingComments