Exodus 21:32

Lichamelijk letsel door een dier

Als een rund iemand doodt, moet het gedood worden. Het om die reden gedode dier mag niet als voedsel dienen omdat het door zijn afschuwelijke daad onrein moet worden geacht. De eigenaar is niet aansprakelijk. Hij heeft niet kunnen vermoeden dat het dier dit zou doen.

De eigenaar is wel aansprakelijk ingeval het bekend is dat het dier gevaarlijk is. Als hij het dier niet bewaakt en het doodt iemand, moet het dier worden gedood en de eigenaar ook. Er wordt een mogelijkheid gegeven tot het betalen van een afkoopsom, een zoengeld, als een losprijs voor het leven.

Dingen die in ons bezit zijn, kunnen schade aan anderen toebrengen. Dat kan gebeuren door dingen waarvan we dat niet verwachten. Het kan ook gebeuren door dingen waarvan we weten dat ze wel schade bij anderen kunnen veroorzaken. In het laatste geval moeten we er attent op zijn hoe we die dingen gebruiken. We kunnen hier voor onszelf praktische en geestelijke toepassingen maken, bijvoorbeeld: “Laten wij dan niet meer elkaar oordelen; maar komt liever tot dit oordeel, dat u voor uw broeder geen struikelblok plaatst, of een aanleiding tot vallen” (Rm 14:13). En: “Voedsel maakt ons echter niet aangenaam bij God; eten wij niet, wij zijn er niet minder om; en eten wij wel, wij zijn er niet beter om. Maar kijkt u uit, dat dit recht van u niet misschien een struikelblok wordt voor de zwakken” (1Ko 8:8-9).

Het bedrag dat in Ex 21:32 wordt genoemd, is ook de prijs waarop de Zoon van God in de gestalte van een Slaaf is geschat (Mt 26:14-15).

Copyright information for DutKingComments