Exodus 27:2

Het koperen brandofferaltaar

Het koperen altaar staat in de voorhof. Bij het altaar ontmoet God de mens. Het altaar spreekt niet zozeer van het kruis, maar van de Heer Jezus Zelf (vgl. Mt 23:19). Hij is het offer op het altaar, maar Hij is ook Degene Die Zichzelf opoffert, Die Zichzelf aanbiedt aan God.

Als offer is Hij volkomen verteerd, maar als altaar niet. Het altaar is van hout – dat symboliseert dat Hij Mens is –, maar het is overtrokken met koper. Koper spreekt van de gerechtigheid van God die door het oordeel is heengegaan en niet is verteerd (Nm 16:37-38). De Heer Jezus is niet verteerd door het vuur van Gods oordeel. Zijn opstanding is het bewijs van Gods gerechtigheid.

De vier horens van het altaar tonen de kracht van het offer. De horens zijn een beeld van kracht en het getal vier spreekt van de hele aarde. Het aanbod van de verlossing gaat naar alle mensen: “En Hij zei tot hen: Gaat heen in de hele wereld en predikt het evangelie aan de hele schepping” (Mk 16:15). Alle mensen kunnen op grond van het offer behouden worden. Alleen zij die zich daadwerkelijk bekeren en in het geloof Christus als Heiland van de wereld aannemen, zijn behouden (Jh 1:12).

Halverwege het altaar is een rooster. Daarop wordt het offer door vuur verteerd. Het offer bevindt zich zodoende in het altaar. Het is alleen door de priester te zien als hij over de rand kijkt. Het lijden van de Heer Jezus, het vuur dat in Hem heeft gewoed, kan alleen door gelovigen worden gezien die zich bewust zijn priester te zijn. Alle gelovigen zijn priesters (1Pt 2:5), maar niet allen zijn zich dit voorrecht bewust.

Aan het altaar zijn ook ringen voor de draagstokken. Dat wijst erop dat we niet slechts moeten weten dat onze zonden op grond van het offer zijn weggedaan, maar dat we deze wetenschap elke dag met ons meedragen.

Copyright information for DutKingComments