Exodus 28:12-29

De efod

Het eerste kledingstuk dat beschreven wordt, is “de efod”. Dit kleed is het meest kenmerkend voor de hogepriester. Door middel van een gordel, gemaakt van hetzelfde materiaal als de efod, wordt de efod vastgemaakt. Op elk van de beide schouderstukken van de efod komt een edelsteen. Op de ene steen staan, in volgorde van geboorte, de namen van de oudste zes zonen van Israël; op de andere steen, ook in die volgorde, staan de namen van de jongste zes zonen.

De kleuren spreken van de verschillende heerlijkheden van de Heer Jezus, zoals die in de vier evangeliën gezien worden. De gordel laat diezelfde heerlijkheden (kleuren) zien. De gordel spreekt van dienst (vgl. Lk 12:37).

In de stenen op de schouders van de hogepriester zien we in beeld hoe de Heer Jezus heel Gods volk, al Gods kinderen, allen die uit God geboren zijn, op Zijn schouders draagt om hen in gedachtenis te brengen bij God. Zijn kracht, waarvan de schouders spreken, ondersteunt ons in onze reis door de woestijn. God ziet al de Zijnen verenigd met Zijn Zoon. De Heer Jezus vertegenwoordigt Zijn volk bij God.

Christus draagt de Zijnen op Zijn schouders. Hij draagt ook het verloren en gevonden schaap op Zijn schouders, meervoud (Lk 15:5). De heerschappij over de schepping draagt Hij op Zijn schouder, enkelvoud (Js 9:5). Voor het dragen van de schepping heeft Hij aan één schouder genoeg, terwijl Hij Zijn beide schouders gebruikt voor het dragen van de Zijnen.

De borsttas

Op de efod is “een borsttas” zichtbaar. Op deze borsttas zijn vier rijen van drie edelstenen aangebracht en ingelegd in goud, in totaal twaalf stenen. Elke steen stelt een stam voor. Aäron moet ze op zijn hart dragen en zo het hele volk in gedachtenis voor God brengen. De borsttas moet met gouden kettinkjes en ringen onlosmakelijk aan de efod verbonden worden. In de borsttas moeten de urim en de tummim worden gedaan. Daardoor zal God Zijn beslissing duidelijk maken bij vragen van Zijn volk.

De borsttas komt op het hart van Aäron. Het hart is de plaats van de liefde. Op de schouderstenen staan de namen van twee groepen van zes stammen. Dat legt meer de nadruk op het hele volk van God. Op de borsttas is voor elke stam afzonderlijk een plaats ingeruimd. Zo heeft iedere afzonderlijke gelovige een eigen plaats in het hart van de Heer Jezus.

Iedere gelovige is een unieke edelsteen met een eigen heerlijkheid en glans. Het spreekt van de kostbaarheid die iedere gelovige voor het hart van de Heer Jezus heeft: “Sinds u kostbaar bent in Mijn ogen, bent u verheerlijkt en heb Ík u liefgehad” (Js 43:4a). Hij kent ook ieder van de Zijnen bij name, wat ook wil zeggen dat zij Zijn eigendom zijn: “Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, u bent van Mij” (Js 43:1b).

We kunnen een stam ook toepassen op een plaatselijke gemeente. In de brieven van het Nieuwe Testament zien we dat elke plaatselijke gemeente voor de Heer Jezus een eigen glans heeft. Het hart van de Heer Jezus gaat ernaar uit dat die ook zichtbaar wordt. Daarom wordt elke plaatselijke gemeente in de aan haar gerichte brief aangesproken op wat die glans verhindert.

In de borsttas zitten ook de urim en de tummim. Met persoonlijke en gemeenschappelijke problemen kunnen we ons tot de Heer Jezus wenden. De beslissing die Hij naar voren brengt, komt voort uit Zijn hart. Als we dat bedenken, zal dat ervoor zorgen dat we ook de naar ons idee onaangename beslissingen aanvaarden als bewijzen van Zijn liefde.

Copyright information for DutKingComments