Exodus 29:7

Aäron en zijn zonen aangekleed

Na de wassing om te reinigen kan het aantrekken van de priesterkleding plaatsvinden. De toepassing daarvan is dat we ons bewust mogen zijn dat God ons in Zijn tegenwoordigheid kan aanvaarden. We hebben daarvoor de geschikte kleding. We zijn als priesters bekleed “met gerechtigheid” en “met heil” (Ps 132:9; 16), ja, met Christus Zelf, want we zijn “begenadigd [of: aangenaam gemaakt] in de Geliefde” (Ef 1:6). Wat nog nodig is, is de grondslag, de basis waardoor we met Christus bekleed kunnen worden. Die basis hebben we in de verschillende offers die bij de wijding worden gebracht.

Hoewel Aäron en zijn zonen samen hun kleren aankrijgen, neemt de hogepriester toch een speciale plaats in. Hij krijgt bijzondere kleding aan en hij wordt gezalfd met olie voordat er van bloed sprake is. Dat is ook het onderscheid tussen ons als priesters en de Heer Jezus. De Heer Jezus is ook gezalfd met de Heilige Geest voordat Hij het werk op het kruis heeft volbracht (Hd 10:38a; Mt 3:16). Wij zijn pas gezalfd, dat wil zeggen dat we de Heilige Geest hebben ontvangen, na het vergieten van Zijn bloed en het aannemen van het evangelie (Ef 1:13).

De zonen zien hoe Aäron wordt gezalfd. Zo moeten wij eerst enig begrip hebben van de Heer Jezus als Hogepriester om in staat te zijn ons priesterschap uit te oefenen zoals God het heeft bedoeld.

Copyright information for DutKingComments