Exodus 32:10-11

God spreekt tot Mozes over het volk

Terwijl God nog met Mozes spreekt over wat Zijn hart bezighoudt, ziet Hij hoe het volk zich gedraagt. Het is alsof Hij Mozes daarop aanspreekt als Hij tot hem spreekt over “uw volk, dat u uit het land Egypte hebt geleid”. God wil met een volk dat zich zo gedraagt niets te maken hebben. Hij vraagt als het ware aan Mozes toestemming om het te verdelgen en zegt tegen Mozes dat Hij hem dan tot een groot volk zal maken.

De manier waarop God hier spreekt, laat zien hoezeer Hij aansluiting zoekt bij de mens. Ieder mens kan deze reactie van God begrijpen. Maar daarmee is God nog niet gelijk aan de mens. Hij spreekt niet vanuit een opwelling, maar doelbewust. Het volk verdient niet anders dan weggevaagd te worden. Wat een ondankbaarheid! Wat een belediging van God, Die Zich zo in goedheid en genade heeft geopenbaard. En dat Hij Mozes tot een groot volk wil maken, is ook begrijpelijk. Mozes kent Hem en dient Hem trouw (Hb 3:2). Hierin komt tot uiting dat God een volk wenst dat Hem kent en Hem trouw dient.

God doet Zich hier kennen als Iemand Die te kwetsen is, als Iemand Die niet onbewogen kijkt naar alles wat op aarde gebeurt. Hij deelt aan mensen mee wat er in Hem omgaat. In dit geval doet Hij dat om van Mozes te horen wat Hij zal doen. Het gaat er niet om dat Hij niet weet wat Hij moet doen, of dat Hem de macht zou ontbreken om te doen wat Hij wil. Hij betrekt Mozes erin om in hem iets van Zichzelf tevoorschijn te brengen.

Mozes pleit voor het volk

Mozes zoekt “het aangezicht van de HEERE, zijn God” om Hem “gunstig te stemmen”. De HEERE is zijn God. Hij kent Hem. Hij is immers al veertig dagen met Hem in gesprek? Zijn reactie roept diepe bewondering op. Mozes gaat niet in op het voorstel van God. Elk eigenbelang ontbreekt. Hij neemt de woorden van God niet over, maar spreekt tot God over “Uw volk, dat U … uit het land Egypte geleid hebt”.

Voor zijn pleidooi ten gunste van het volk doet Mozes op twee dingen een beroep. Het eerste beroep is op Gods Naam en faam onder de Egyptenaren. Door Zijn macht te betonen aan Egypte is Israël tot Zijn volk geworden. Ten tweede herinnert hij God aan de beloften die Hij aan de aartsvaders heeft gedaan. Die beloften zijn onvoorwaardelijk gedaan, onafhankelijk van de trouw van de mens.

De uitkomst van Mozes’ pleidooi is dat de HEERE terugkomt op Zijn voornemen om Zijn volk kwaad te doen. God wil Zich laten verbidden. Hij gebruikt het gebed, de voorbede van de Zijnen, in de weg die Hij gaat met Zijn volk en met ieder van de Zijnen. De eerste grond voor het gebed is ook voor ons dat we God eraan herinneren dat Hij ons heeft verlost uit de wereld. De tweede grond voor ons gebed is wat Hij heeft gezegd in Zijn Woord. Daaraan wil Hij altijd door ons herinnerd worden. Niet omdat Hij het vergeten is, maar om te merken dat wij het niet vergeten zijn, dat we bij de beloften van Zijn Woord leven.

Copyright information for DutKingComments