Exodus 35:3

Inleiding

In dit hoofdstuk begint opnieuw de beschrijving van de tabernakel. Dit laat zien dat de zonde van de mens in Exodus 32-34 de genade van God niet wegneemt of zelfs maar vermindert. Ondanks alles wat de mens is en doet, vervult God Zijn raadsbesluiten. Het volk heeft laten zien hoe noodzakelijk het is dat er een weg tot God is. De tabernakel komt nu te midden van een gevallen volk.

Het sabbatsgebod

Mozes heeft de hele wil van de HEERE voor Zijn woonplaats en Zijn wonen te midden van het volk te zien en te horen gekregen. Nu is het zover dat hij dit alles kan meedelen aan het volk. De schrijver van de brief aan de Hebreeën wijst op de trouw van Mozes met betrekking tot het huis van God, de tabernakel (Hb 3:5-6). Tegelijk maakt de schrijver duidelijk dat Christus in alles Mozes ver te boven gaat.

De schrijver geeft aan dat Mozes Gods dienaar is in Zijn huis en daardoor deel van dat huis is. Mozes’ dienst bestaat uit het doorgeven aan het volk wat God over, en later ook in de tabernakel, tot hem spreekt. Hij vergelijkt Mozes met Christus. Wat trouw betreft, is er overeenstemming tussen Christus en Mozes. Als het gaat over het huis van God, blijkt een duidelijk verschil tussen Christus en Mozes. Mozes is dienaar, zij het een geëerd dienaar, in het huis, maar Christus is Zoon over het huis, dat ook nog eens Zijn huis is.

Voordat voor de tweede keer wordt gezegd hoe de tabernakel er moet uitzien, spreekt Mozes eerst over het sabbatsgebod. Hiermee wordt al, voordat de tabernakel wordt beschreven, het einddoel van Gods wegen met Zijn volk voorgesteld. De sabbat is een beeld van het duizendjarig vrederijk, de periode waarin Gods volk werkelijk rust zal hebben en God in vrede bij Zijn volk zal wonen.

Copyright information for DutKingComments