Ezekiel 10:3-4

Inleiding

Dit hoofdstuk hangt nauw samen met Ezechiël 1. We vinden hier opnieuw de wagen die de troon draagt. Er worden enkele details herhaald en er worden ook nieuwe details toegevoegd. De hoofdgedachte van dit hoofdstuk is dat God alle oordeelsinstrumenten bestuurt die Hij gebruikt.

De Man in linnen moet vuur uitstrooien

Wat Ezechiël in Ezechiël 1 slechts als ‘levende wezens’ heeft kunnen aanduiden, herkent hij nu als cherubs (Ez 10:20). Wat hij ziet boven het gewelf dat boven het hoofd van de cherubs is (Ez 10:1), heeft hij ook in Ezechiël 1 gezien (Ez 1:26). Hij ziet hier het uiterlijk van wat lijkt op een troon. In Ezechiël 1 ziet hij ook nog iets op de troon zitten wat lijkt op een Mens. Dat is hier niet het geval.

De HEERE geeft de Man in linnen de opdracht vurige kolen van tussen de cherubs te nemen, daarmee Zijn beide handen te vullen en ze over de stad uit te strooien (Ez 10:2; vgl. Lk 12:49; Op 8:5). Dat betekent dat niet alleen het oordeel over de inwoners van Jeruzalem komt, maar dat ook de stad zelf met vuur zal worden verbrand. Daarmee ondergaat de stad hetzelfde oordeel dat eens over Sodom en Gomorra is gekomen (Gn 19:24; vgl. Op 11:8a).

Ezechiël ziet de Man naar binnen gaan in de ruimte tussen de cherubs. De plaats waar de cherubs staan als de Man binnenkomt, is rechts van het huis, dat is de zuidzijde van de tempel (Ez 10:3). De wolk die de binnenste voorhof vervult, is de wolk van de heerlijkheid van de HEERE.

Daarna verheft de heerlijkheid van de HEERE zich van boven de cherub (enkelvoud) en gaat naar de drempel van het huis (Ez 10:4). Nog eenmaal, voordat de heerlijkheid de tempel verlaat, vervult de wolk van de heerlijkheid het huis. Het is alsof de HEERE een laatste keer op indrukwekkende wijze laat zien dat de tempel Zijn huis is.

Het geluid van de vleugels van de cherubs geeft aan dat zij zich in beweging zetten (Ez 10:5; vgl. Ez 1:24). Ze gaan het huis verlaten. Dit geluid is tot in de buitenste voorhof te horen, waar mogelijk op dat moment Joden hun godsdienstige verplichtingen aan het verrichten zijn. Het geluid doet denken aan de stem van de almachtige God wanneer Hij spreekt, mogelijk de donder (vgl. Jh 12:28-29; Ps 29:3-4). Het zijn als het ware Zijn afscheidswoorden die Hij vol dreiging spreekt tot het volk dat Hij gaat verlaten.

Dan wordt de blik weer gericht op de Man Die in linnen is gekleed en Die de opdracht heeft gekregen om vuur uit de ruimte tussen de wielen te nemen, dat is de ruimte tussen de cherubs (Ez 10:6). De Man neemt plaats naast een wiel. Het vuur, een beeld van het oordeel, wordt door de cherub die zich in de ruimte tussen de cherubs bevindt, genomen uit de ruimte tussen de cherubs (Ez 10:7). Het vuur dat hij in zijn hand heeft genomen, geeft hij in handen van de Man in linnen. Die neemt het aan en gaat weg. Hiermee sluit de beschrijving. Het uitstrooien van het vuur, waartoe bevolen is (Ez 10:3), wordt niet beschreven. De aandacht van Ezechiël wordt in de eerste plaats geboeid door de verschijning van de Man en van de cherubs.

De Man in linnen Die de vurige kolen moet nemen, is Dezelfde als de Man met de schrijverskoker uit het vorige hoofdstuk. Hij ontvangt daar de opdracht om de trouwe gelovigen te verzegelen, zodat het oordeel aan hen zal voorbijgaan. Deze Man moet nu in opdracht van God het oordeel over de stad brengen. In het boek Openbaring zien we hetzelfde beeld. Dezelfde Engel Die vuur van het altaar moet nemen om het in oordeel op de aarde te werpen, heeft Zich vlak daarvoor beziggehouden met de gebeden van de heiligen (Op 8:3-5). De Man in Ezechiël en de Engel in Openbaring zijn beiden de Persoon van de Heer Jezus. In Hem zien we dat God zowel liefde als licht is.

Copyright information for DutKingComments