Ezekiel 12:3

Inleiding

Met dit hoofdstuk begint het derde onderdeel van het grote tweede deel. Dit onderdeel, dat Ezechiël 12-17 omvat, stelt de zonden van de leiders aan de kaak. Dit hoofdstuk gaat in op de valse profetieën die in omloop zijn dat de bevrijding van Jeruzalem spoedig zal gebeuren en dat de ballingen spoedig zullen terugkeren. Het onderwijs van deze hoofdstukken rekent met dit valse optimisme af.

De ballingschap uitgebeeld

Vanaf het begin heeft de HEERE Ezechiël erop voorbereid dat de weggevoerden van Zijn volk als geheel niet naar Zijn Woord zullen luisteren (Ez 2:3-8; Ez 3:7-9). Hier bevestigt Hij dat opnieuw (Ez 12:1-2). Als geheel zijn zij “een ongehoorzaam huis”. Hun ogen zijn blind voor hun zonden en hun oren zijn gesloten voor Gods Woord. De oorzaak daarvan is hun opstandigheid, zij zijn “een opstandig huis”.

Toch moet Ezechiël hun Gods boodschap overbrengen. Hij moet dat doen door zichtbare tekenhandelingen en een hoorbare verklaring daarvan. Hij moet een balling uitbeelden (Ez 12:3). Dat zou ertoe kunnen leiden dat zij “misschien zullen … inzien dat zij een opstandig huis zijn”. Het woord “misschien” geeft ruimte voor een sprankje hoop dat er toch een enkeling zal zijn die zal luisteren.

Het bevel van de HEERE voor dit optreden van Ezechiël toont Zijn grote goedertierenheid dat Hij zulke middelen gebruikt om de aandacht van het opstandige volk te trekken. Hij zegt tegen Ezechiël wat hij moet meenemen, wat hij daarmee moet doen en dat hij naar een andere plaats moet gaan. Ezechiël moet alles doen “voor hun ogen”, een uitdrukking die in de Ez 12:3-7 zeven keer voorkomt.

Ezechiël moet het toneelstuk in twee bedrijven opvoeren, één bedrijf overdag en het andere ’s nachts. Het eerste bedrijf, overdag, bestaat eruit dat hij voor hun ogen “de bagage voor ballingen”, dat wil zeggen niet meer dan het allernodigste, uit huis naar buiten moet brengen (Ez 12:4a; vgl. Jr 46:19). De opvoering van het tweede bedrijf vindt ’s nachts plaats (Ez 12:4b). Terwijl de ballingen staan toe te kijken, moet hij ’s avonds zelf naar buiten komen en wegtrekken, zoals ballingen wegtrekken.

Om het op een echte vlucht te laten lijken moet hij door de muur heen breken om een vluchtweg te maken en daardoor alles naar buiten brengen (Ez 12:5). Daarvoor moet hij alles op zijn schouder dragen, zoals ballingen dat doen (Ez 12:6). Het moet ’s nachts gebeuren. Ook moet hij zijn gezicht bedekken, zoals mensen dat doen die niet herkend willen worden. Tevens is het een teken dat hij het land niet ziet, want hij vertrekt eruit. Zo zullen ook zij, die nu nog in Jeruzalem wonen, het land niet meer zien waaruit ze als ballingen zullen worden weggevoerd.

De HEERE heeft Ezechiël als een wonderteken gegeven. In dit wonderteken wordt niet alleen de toekomst bekendgemaakt, maar het laat ook zien hoe die er uitziet. In en tijdens het optreden van Ezechiël wordt de toekomst heden. Wat gaat gebeuren, wordt in het wonderteken in werkelijkheid gezien.

Ezechiël doet “precies” wat de HEERE hem heeft geboden (Ez 12:7), hoewel hij mogelijk zelf ook nog niet heeft begrepen wat het betekent. Het bewijst de volkomen gehoorzaamheid van de profeet. Hij doet letterlijk wat de HEERE hem heeft gezegd. Al zijn handelingen worden nog een keer beschreven, behalve het bedekken van zijn gezicht. Zo staat hij daar te wachten op nadere instructies. Die komen ’s morgens. De HEERE geeft hem in de volgende verzen de verklaring, die hij ook moet doorgeven.

Copyright information for DutKingComments