Ezekiel 16:46-48

Jeruzalem vergeleken met haar ‘zusters’

De HEERE gaat verder met Jeruzalem haar zonden voor te houden. Hij gebruikt een spreekwoord om duidelijk te maken dat zij niet beter is dan de heidense moeder van wie de stad afstamt (Ez 16:44). De moeder is een ontrouwe vrouw die geen natuurlijke liefde heeft voor haar man en haar kinderen (Ez 16:45). Zo is Jeruzalem ook. Daarbij is ze ook een zus van haar zusters, die dezelfde walging van natuurlijke liefde hebben. Met de uitdrukking “zusters” worden de steden Jeruzalem, Samaria en Sodom bedoeld. De heidense oorsprong ligt in de verbinding tussen de Hethieten en de Amorieten. Jeruzalem is even afgodisch als deze heidense volken.

De HEERE wijst Jeruzalem op Samaria en noemt die stad de “oudste zuster” van Jeruzalem (Ez 16:46). Met Samaria wordt het hele gebied van het tienstammenrijk bedoeld dat veel groter is dan dat van Juda. De ligging ervan is links van Jeruzalem, dat is ten noorden ervan omdat de kijkrichting het oosten is. De andere zuster, Sodom, is “jonger” dan Jeruzalem. Sodom woont rechts, of ten zuiden, van Jeruzalem. Die stad wordt ´jonger´ genoemd omdat zij een kleiner grondgebied bezit. Met “haar dochters” worden de omliggende steden van Samaria en Sodom bedoeld.

Vervolgens wijst de HEERE op de wegen die deze steden zijn gegaan (Ez 16:47). Jeruzalem weet goed wat er met Samaria en Sodom is gebeurd vanwege hun afvalligheid van de HEERE: ze zijn ten onder gegaan. Jeruzalem heeft zich echter niet laten waarschuwen, maar heeft het veel bonter gemaakt dan zij. Jeruzalem heeft de beide andere steden overtroffen in hun zonden (vgl. Mt 11:23-24; 2Kr 33:9; Jr 3:11; Lk 10:12). Met een eedzwering bevestigt de HEERE Zijn waarneming dat Sodom en haar inwoners niet zo zwaar hebben gezondigd als Jeruzalem (Ez 16:48).

Om dit te bewijzen somt de HEERE de afschuwelijke zonden van Sodom op (Ez 16:49-50). Uit deze opsomming blijkt dat de zonden van Sodom niet alleen hebben bestaan uit de gruwelijke seksuele zonden waarvan de stad vol is geweest (Gn 18:20-21; Gn 19:4-5). God heeft Sodom rijk gezegend met natuurlijke welvaart (Gn 13:10). Maar in plaats van Hem daarvoor te danken is ze vol geweest van zichzelf, vol egoïsme, zoals de Heer Jezus dat ook zegt (Lk 17:28).

Sodom is een volkomen geordende rechtsstaat geweest, met vrijheid van handel en verkeer, met voor iedereen eten en drinken. Ze heeft daarbij echter alleen aan zichzelf gedacht en niet aan anderen. Alles heeft gediend tot bevrediging van de eigen genoegens. Dat is de voedingsbodem geweest voor alle ontuchtigheden en gruweldaden om zich te ontwikkelen en die voor Gods aangezicht zijn uitgeleefd. Daarom heeft God de stad omgekeerd, zodra Hij “het gezien had” (Ez 16:50; Gn 18:21; Gn 19:24-25). Toch heeft die stad zich niet aan trouwbreuk schuldig gemaakt, zoals Jeruzalem.

Wat we in Sodom zien, zien we ook in onze tijd. Alles draait om welvaart. Iedereen moet steeds rijker worden, steeds meer te besteden hebben, steeds meer kunnen genieten. Deze hebzucht wordt soms verdoezeld met wat geld voor ontwikkelingslanden, maar dat neemt de angel van de ongebreidelde genotzucht niet weg. Op deze bodem tiert de seksuele genotzucht welig, waarbij alle door God gestelde grenzen met de grootste minachting worden verworpen.

De HEERE richt de blik van Jeruzalem vervolgens op Samaria (Ez 16:51). Die stad heeft nog niet de helft van de zonden van Jeruzalem gedaan. Bij alle gruwelen die Jeruzalem heeft bedreven, lijken haar zusters Sodom en Samaria rechtvaardig. Dat is wel heel sterk gezegd. Dat gebeurt om Jeruzalem de enorme schuld duidelijk te maken die ze op zich heeft geladen vanwege haar goddeloze gedrag. Het betekent natuurlijk niet dat de schuld van Sodom en Samaria erdoor wordt verminderd. Het gaat erom dat hun schuld vergeleken bij die van Jeruzalem klein lijkt.

Sodom en Samaria hebben hun verdiende straf gekregen voor een kleinere schuld dan die van Jeruzalem. Daarom zal Jeruzalem zeker haar schande dragen (Ez 16:52). De stad heeft zich ook nog in hoogmoed een oordeel aangematigd over Sodom en Samaria en is daarbij volledig blind geweest voor haar eigen gruwelijke zonden. Nog eens zegt de HEERE dat haar eigen zonden zo afschuwelijk zijn, dat Sodom en Samaria daarbij vergeleken rechtvaardig lijken. Hij roept de stad op zich te schamen en haar smaad te dragen.

Copyright information for DutKingComments