Ezekiel 20:15

Israëls afgoderij in de woestijn

Ondanks hun afgoderij in Egypte heeft God Zijn volk verlost (Ez 20:10). Hij heeft hen uit Egypte geleid en in de woestijn gebracht. Daar geeft Hij hun, bij de Sinaï, Zijn wet (Ez 20:11). Als ze Zijn wet houden, zullen ze leven (Lv 18:5). Onder de bepalingen van de wet neemt de sabbat een bijzondere plaats in (Ez 20:12). De sabbat is de rustdag en God geeft deze rustdag als bijzonder teken tussen Hem en Zijn volk.

Door de sabbat onderscheidt Israël zich op speciale wijze van alle heidenvolken. De sabbat is het teken dat de HEERE hen heiligt, dat wil zeggen dat Hij hen daardoor van de andere volken afzondert om Zijn volk te zijn (Ex 31:13-16). De ballingen kunnen veel wetten in Babel niet houden omdat ze daar geen tempel hebben. Wetten die ze wel kunnen houden, zijn bijvoorbeeld de spijswetten – Daniël heeft dat gedaan (Dn 1:8) – en de sabbat.

Het volk toont zich dit bijzondere teken van zijn verbondenheid met God echter onwaardig en houdt de sabbat niet in ere (Ez 20:13). Na hun ongehoorzaamheid in Egypte wordt ook hun verblijf in de woestijn door ongehoorzaamheid gekenmerkt. De verordeningen en bepalingen die de HEERE ten leven heeft gegeven, worden door hen geminacht en overtreden. De boeken Exodus en Numeri geven daarvan veel voorbeelden. De sabbatten, waarvan de HEERE nog eens zegt ”Mijn sabbatten” (Ez 20:12), worden door hen ontheiligd. Die ontheiliging is zo groot en grof, dat de HEERE zegt dat Hij Zijn grimmigheid over hen zal uitstorten en een einde aan hen zal maken.

De HEERE moet optreden ter wille van Zijn Naam (Ez 20:14). Zijn Naam is ontheiligd door de weerspannigheid van het volk tegenover Hem. Hij kan hun ongehoorzaamheid niet ongestraft laten. Hij heeft Israël immers voor de ogen van de heidenvolken uit Egypte geleid om Zijn volk te zijn. Maar zij gedragen zich niet als Zijn volk. Daarom moet Hij hen tuchtigen en ombrengen, zodat ze niet in het goede land, het sieraadland, komen dat Hij hun heeft gegeven (Ez 20:15).

Ze hebben Hem ontheiligd door enerzijds Zijn bepalingen te verwerpen en Zijn sabbatten te ontheiligen en anderzijds met hun hart hun stinkgoden aan te hangen (Ez 20:16). Ondanks hun voortdurend afwijken van Hem ontziet Hij hen, zodat Hij hen in de woestijn niet totaal verdelgt (Ez 20:17). Als straf voor hun afwijking moet de hele eerste generatie van hen die Hij uit Egypte heeft geleid, vallen in de woestijn. Hij spaart echter hun kinderen om aan hen Zijn beloften te vervullen. Zullen zij beter zijn dan hun vaderen die allen zijn omgekomen?

Copyright information for DutKingComments