Ezekiel 20:29

Israëls afgoderij in het beloofde land

Met de herinnering aan de afgoderij van het volk in de woestijn en Gods oordeel daarover is het verhaal van de ontrouw van het volk niet afgelopen. Al Gods pogingen om het volk tot inkeer te brengen heeft het volk beantwoord met nieuwe ontrouw. Ezechiël krijgt de opdracht het volk ook dat onder ogen te brengen (Ez 20:27). Hij moet hun zeggen dat ze de HEERE gelasterd hebben door trouwbreuk tegenover Hem te plegen. Ze hebben Hem beschimpt en beledigd. De HEERE spreekt nu over de tijd dat Hij Zijn volk in het land heeft gebracht (Ez 20:28).

Hij heeft gezworen hen daar te brengen. Dat heeft Hij in Zijn trouw gedaan. Er is echter geen sprake van enige dank van het volk daarvoor aan Hem. In hun verblinding denken ze offers aan de HEERE te brengen. Maar in plaats van Hem te aanbidden op de door Hem voorgeschreven wijze en op de door Hem uitgekozen plaats doen ze de heidenvolken na en brengen op allerlei plaatsen “krenkende offergaven” aan de afgoden. In de term “krenkende offergaven” horen we de pijn van de HEERE over hun handelwijze.

Hij spreekt het volk erop aan door hun te vragen waarom ze telkens naar die hoogte gaan (Ez 20:29). Hij vraagt als het ware: ‘Is dit de plaats waar Ik gediend wil worden?’ Zo wil Hij hen ertoe brengen over hun dwaze handelwijze na te denken en tot inkeer te komen. Ze zijn echter niet meer aanspreekbaar op hun slechte gedrag. De hoogte heeft de naam ‘Hoogte’ gekregen en draagt die “tot op deze dag”, dat is tot op de dag dat Ezechiël het boek Ezechiël schrijft. Die naam is daarmee een blijvende herinnering aan hun voortdurende ontrouw. Het geeft aan dat het hele land, met zijn vele hoogten, tot één grote offerplaats is verworden waar aan afgoden wordt geofferd.

De woorden “tot op deze dag” gelden ook in geestelijke zin. De hoogten in ons leven zijn de gedachten die zich verheffen tegen Christus. Het zijn de overleggingen van het menselijke verstand. Dit symbool van ontrouw bestaat nog steeds en wordt neergeworpen als Christus de heerschappij in ons leven krijgt. Deze hoogten worden neergeworpen als we luisteren naar het onderwijs van de Schrift. Dan worden ze gevangengenomen tot de gehoorzaamheid van Christus (2Ko 10:4-5).

Copyright information for DutKingComments