Ezekiel 20:49

Het oordeelsvuur in het Zuiderland

In de Hebreeuwse tekst begint met Ez 20:45 een nieuw hoofdstuk. Het is een nieuwe profetie, een nieuw woord van de HEERE tot Ezechiël (Ez 20:45). Ezechiël, weer “mensenkind” genoemd, moet zijn gezicht “in de richting van het zuiden” richten. ‘Het zuiden’ wordt vier keer genoemd met in het Hebreeuws drie verschillende woorden, waaronder het woord ‘Negev’, bekend van de woestijn in Israël (Ez 20:46). De profetie gaat over het Zuiderland van Juda. De woorden die Ezechiël moet spreken, worden voorgesteld als een neerstromende slagregen (vgl. Am 7:16). Met “het woud van het veld” worden de inwoners van Juda bedoeld.

“Het woud van het Zuiderland” krijgt de opdracht te luisteren naar het woord van HEERE (Ez 20:47). Het is een woord van oordeel. De HEERE zegt dat Hij een vuur in hen zal aansteken dat een verwoestend werk zal doen onder jong en oud. Met de jonge boom kan ook de rechtvaardige en met de dorre boom de goddeloze worden bedoeld (vgl. Lk 23:31). De rechtvaardige en de goddeloze krijgen allebei te maken met deze tuchtroede van God. Niet alleen de goddelozen hebben geleden onder de tucht van God, ook Godvrezende mannen als Ezechiël en Daniël hebben daaronder geleden.

Dit verwoestende werk zal niet te keren zijn en zal het hele land tot een zwartgeblakerd terrein maken. Hiermee wordt gedoeld op wat Nebukadrezar en zijn legers zullen doen als zij Gods strafgerichten over Juda zullen brengen. Iedereen zal zien dat de werkelijke aanstichter van deze brand God Zelf is (Ez 20:48). Omdat Hij het vuur ontsteekt, zal het niet te doven zijn. De verwoester is niet te stuiten. Elke poging tot verdediging ertegen zal op niets uitlopen.

Ezechiël voelt de last van de woorden die hij moet spreken zwaar op zich drukken (Ez 20:49). Hij weet dat zijn medeballingen hem niet serieus nemen. Zijn woorden maken geen indruk op hen. Ze weigeren die ernstig op te vatten en maken zich ervan af door zijn boodschap toe te schrijven aan zijn fantasie. Hij wordt door hen gezien als een praatjesmaker die met een zelfverzonnen boodschap komt die ze niet willen begrijpen. Hierover beklaagt de profeet zich bij de HEERE, maar hij krijgt geen antwoord.

Copyright information for DutKingComments