Ezekiel 21:20-22

Het orakel van Nebukadrezar

Weer komt het woord van de HEERE tot Ezechiël (Ez 21:18). Hij krijgt de opdracht om twee wegen te tekenen (Ez 21:19; vgl. Ez 4:1). Hij moet dat “voor uzelf” doen. Dat geeft aan dat hij in de geest moet indringen in wat gaat gebeuren. Zo moeten wij ons ook met de toekomstige gebeurtenissen bezighouden. We moeten als het ware die voor onszelf kunnen uittekenen, waardoor ons helder voor de geest komt te staan wat er met Israël, Europa en de wereld gaat gebeuren.

De weg die Ezechiël moet tekenen, is één weg, die zich in twee wegen splitst. Het is de weg die het zwaard zal gaan om in Juda te komen. Nu wordt ook de naam vermeld van hem die het zwaard houdt. Het is de koning van Babel. De twee wegen komen uit één land. Op de plaats waar de weg zich in twee wegen splitst, moet Ezechiël een wegwijzer plaatsen. Daarop staan twee bestemmingen. De ene weg voert naar Rabba, de hoofdstad van de Ammonieten; de andere weg voert naar Juda met het versterkte Jeruzalem (Ez 21:20). De weg van Babel naar Rabba en naar Jeruzalem is tot Damascus dezelfde weg. Bij Damascus moet worden gekozen waar men heen wil gaan.

Dan zegt de HEERE tegen Ezechiël waarom hij de weg en de splitsing in twee wegen moet tekenen. Bij de splitsing zal de koning van Babel halthouden om te overleggen welke richting hij zal gaan (Ez 21:21). Zal hij de weg naar Rabba inslaan of die naar Jeruzalem? Om zijn keus te bepalen zal hij, zoals voor hem gebruikelijk is, afgodische methoden van de waarzeggerij gebruiken om tot een beslissing te komen. Hij gebruikt drie methoden. Dat laat wel zien hoe onzeker hij een bepaalde methode vindt. Het is voor de hand liggend ervan uit te gaan dat hij, door er drie te gebruiken, de weg zal nemen die door minstens twee methoden wordt aangewezen.

Het “pijlen schudden” kan betekenen dat hij twee pijlen neemt en op elk van de pijlen de naam van een richting zet. Hij schudt ze dan en trekt er een. Dat is dan de richting die hij zal nemen. Bij het raadplegen van de “afgodsbeeldjes” lijkt het te gaan om terafim ofwel kleine huisgoden die door de eigenaar op reis worden meegenomen (Gn 31:19). “De lever bezien” is het onderzoeken van de kleur en kenmerken van een lever van een offerdier. Deze vorm van waarzeggerij is in die tijd overal bij de Babyloniërs in gebruik.

Wij zien hier dat God al de overleggingen van Nebukadrezar kent en dat Hij de uitkomst bepaalt. Hij zal ervoor zorgen dat de koning van Babel naar Jeruzalem zal optrekken (Ez 21:22). Nebukadrezar denkt dat zijn goden hem raad hebben gegeven, maar God bepaalt zijn weg. Nebukadrezar heeft zijn strijdplan en zijn wapens klaar om de belegering van een sterke vesting als Jeruzalem te beginnen. De inwoners van Jeruzalem zullen dat ervaren als een ‘valse voorspelling’ omdat zij de koning van Babel toch trouw hebben beloofd (Ez 21:23; Ez 17:16-18).

Maar hun eden zijn niets waard. Meerdere keren hebben Zedekia en de vorsten zich met plechtige eden verbonden om trouw te blijven aan de koning van Babel. Maar dat hebben ze gedaan om hem daarmee zand in de ogen te strooien, want in het geheim hebben ze afspraken met Egypte gemaakt (Ez 17:7; 15; 17; Jr 37:5; Jr 46:17). Juist hun ontrouw is een reden voor Nebukadrezar om tegen hen op te trekken. Hij zal hun de eigen ongerechtigheid in herinnering brengen en hen daarvoor grijpen en wegvoeren.

Copyright information for DutKingComments