Ezekiel 21:31
Het oordeel over Ammon
Het besluit van Nebukadrezar om naar Jeruzalem te trekken (Ez 21:20-22) betekent niet dat de Ammonieten aan het oordeel zullen ontkomen (Ez 21:28). Hun gesmaad over het vernederde en verwoeste Juda is een extra reden om hen te oordelen. Het zwaard van het oordeel dat in de hand van Nebukadrezar is, zal ook onder hen een slachting aanrichten (Ez 21:9-10; 15). De Ammonieten denken dat zij gespaard zullen blijven (Ez 21:29). Dat hebben hun leugenprofeten met hun valse visioenen hun wijsgemaakt. Die misleiders hebben zelfs gezegd dat zij met Nebukadrezar, wiens zijde zij hebben gekozen (2Kn 24:2), naar Juda zullen trekken. Zij zullen dan hun voeten zetten op de nek van de onheilige goddelozen die bij Zedekia horen en van wie de ongerechtigheid het toppunt heeft bereikt (vgl. Ez 21:25). De oproep klinkt tot hen dat ze zich maar niet moeten wapenen. Ze zullen niet meestrijden met Nebukadrezar en zich ook niet tegen hem kunnen verzetten (Ez 21:30). Ze zullen in hun eigen land geoordeeld worden en niet zoals Juda in ballingschap worden gevoerd. God zal Zijn gramschap over hen uitstorten en met het vuur van Zijn verbolgenheid op hen blazen (Ez 21:31). Hij zal dit doen door hen te geven in de hand van brute mannen die hun verderf op het oog hebben. Het vuur, beeld van het oordeel, zal zijn verwoestend en verterend werk onder hen doen (Ez 21:32). Het land zal in het midden vol bloed van de verslagenen zijn. Hun rol zal volkomen uitgespeeld zijn en er zal niet meer naar hen worden gevraagd. Ze zijn verdwenen uit de herinnering. Het gebeurt zo, omdat de HEERE het heeft gesproken.
Copyright information for
DutKingComments