‏ Ezekiel 25:15-17

Oordeel over de Filistijnen

De vierde oordeelsaankondiging betreft de Filistijnen (Ez 25:15). Deze vijanden krijgen ook de aanklacht te horen dat zij in wraakzucht hebben gehandeld (evenals Edom) en met hartgrondig leedvermaak tekeer zijn gegaan (evenals Ammon). Hun motivatie is “een eeuwige vijandschap” (vgl. Ez 35:5). Zij hebben de verwoesting van Juda en Jeruzalem met duivels genoegen waargenomen.

Daarom zal de HEERE Zijn hand ook tegen hen en andere van Kreta afkomstige groepen die zich bij de Filistijnen hebben aangesloten, “de Kretenzers”, in oordeel uitstrekken (Ez 25:16). Als er na een eerste oordeel nog wat overblijft, een overblijfsel dat zich aan de zeekust verschuilt, zal Hij dat daar ombrengen.

De HEERE zal hun wraak met Zijn “geduchte wraak” en “grimmige straffen” bestraffen (Ez 25:17). In deze uitdrukkingen zit een enorme dreiging. De HEERE maakt Zich erdoor bekend als een rechtvaardige Rechter aan Wie niet is te ontkomen. De rechtvaardige straf is door niemand te ontlopen evenmin als de gedwongen erkenning dat Hij de HEERE is. Elke knie zal Zich voor Hem buigen, ook van hen die onder de aarde zijn (Fp 2:10).

Copyright information for DutKingComments