Ezekiel 28:10

Het oordeel over de vorst van Tyrus

Omdat de vorst van Tyrus zo hoogmoedig is geworden dat hij zegt dat hij God is, zal het oordeel van de Heere HEERE hem treffen (Ez 28:2; 6-7; vgl. Hd 12:21-23). God zal de Babyloniërs over hem brengen die hem gewelddadig zullen behandelen. Dan zal zijn wijsheid geen uitweg weten en zijn luister zal ontheiligd worden. Er zal niets overblijven van zijn aangematigde goddelijke status.

De vernedering zal tot de diepte van het graf en de dood van het dodenrijk zijn (Ez 28:8). De plaats waar hij zich als God heeft gevoeld en gedragen – het hart van de zeeën (Ez 28:2) –, is de plaats waar hij de dood zal sterven. Dan is het over en uit met zijn voor God spelen. De HEERE houdt hem de vraag voor of hij, als hij oog in oog staat met zijn moordenaar, zal volhouden te beweren dat hij God is (Ez 28:9). Wat voor een waardeloze god zal hij blijken te zijn als hij in de macht is van hem die hem heeft verslagen. Hij zal een verachtelijke dood sterven omdat de Heere HEERE het gesproken heeft (Ez 28:10). Daar zal niemand iets aan kunnen veranderen.

Het willen zijn als God heeft de zondeval veroorzaakt (Gn 3:5-6). De begeerte om als God te zijn is sinds dat moment in de mens aanwezig. Wie zonder God leeft, zoekt voortdurend naar mogelijkheden om aan die begeerte te voldoen. Het hele wereldsysteem, dat in de macht van de satan is, rust op de aanmatiging aan God gelijk te kunnen zijn. De mens waant zich God en meent alles in de hand te hebben en alles te kunnen besturen; en hij zoekt naar wegen en middelen om dat steeds beter te kunnen. De tragiek van de mens is dat hij voortdurend meent uiteindelijk alles onder controle te kunnen krijgen. God zal die hoogmoed oordelen door de hoogmoedige te vernederen en te straffen met de dood, de hel. De hel zal vol zijn met mensen die zich allemaal op de een of andere manier God hebben gewaand.

Copyright information for DutKingComments