Ezekiel 29:17-18

Egypte als loon voor Nebukadrezar

Het woord van de HEERE komt tot Ezechiël met de datum erbij waarop dit gebeurt (Ez 29:17). Het is zestien jaar later dan de vorige profetie (Ez 29:1). De HEERE deelt Ezechiël mee hoe Hij de inspanningen van Nebukadrezar in zijn strijd tegen Tyrus waardeert (Ez 29:18). De legers van Nebukadrezar hebben zwaar werk gedaan in het uitvoeren van Zijn oordelen over Tyrus. De belegering van Tyrus is zwaar werk geweest omdat het een eilandstad betreft en heeft ook heel lang geduurd. Door het aandragen van de belegeringswerktuigen zijn de hoofden kaal geworden en de schouders kapotgeschaafd.

Voor al dit zware en vele werk hebben ze naar verhouding maar weinig loon gekregen, minder dan de HEERE dit werk waard acht. Er is wel verondersteld dat door de langdurige belegering de inwoners van Tyrus veel van hun rijkdommen in veiligheid hebben kunnen brengen, waardoor er relatief weinig buit is overgebleven bij de val van de stad. Daarom bepaalt de HEERE dat er nog loon bijbetaald moet worden. Dat geeft Hij in de vorm van de verovering van Egypte dat door Nebukadrezar van zijn overvloed mag worden beroofd (Ez 29:19; vgl. Js 43:3).

De HEERE vermeldt extra dat de belegering en verwoesting van Tyrus door Nebukadrezar een werk is geweest dat Nebukadrezar voor Hem heeft gedaan (Ez 29:20). Daarom geeft de HEERE hem het land Egypte. Egypte wordt door de Babyloniërs veroverd.

Voor ons is hier een bemoediging. Als God de koning van Babel beloont voor werk dat hij onwetend en uit eigen belang heeft gedaan, hoeveel te meer zal de Heer Jezus ons belonen als we Hem bewust en voor Zijn belang dienen.

De profetie tegen Egypte loopt uit op een heilsbelofte voor Israël (Ez 29:21; vgl. Ez 28:25-26). “Op die dag”, dat is de dag van oordeel over de volken, zal de HEERE iets voor Israël doen wat voor hen die dag tot een dag van behoudenis maakt: Hij zal voor hen “een hoorn doen opkomen”. Deze hoorn – een beeld van kracht – verwijst naar de Heer Jezus (Lk 1:69).

De vervulling van de profetie zal Ezechiël in het gelijk stellen met betrekking tot alles wat hij heeft aangekondigd. Het zal hem des te meer bemoedigen zijn mond te openen om te spreken wat de HEERE heeft gezegd.

In profetische zin zullen allen die onder de heerschappij van de Heer Jezus staan, wanneer Hij regeert hun mond opendoen om van Hem te getuigen. Ze zullen weten en laten weten dat Hij de HEERE is.

Copyright information for DutKingComments