Ezekiel 39:17-24

Het oordeel over Gog verheerlijkt de HEERE

In Ez 39:17 horen we een nieuw “zo zegt de Heere HEERE” – voor de zesde keer in deze twee hoofdstukken. De HEERE komt terug op wat Hij in Ez 39:4 tegen Ezechiël heeft gezegd. Hij moet alle roofvogels en roofdieren oproepen om zich te goed te doen aan de gevallen menigte van Gog. De HEERE noemt het “Mijn offer” (Ez 39:17; 19) en “een groot offer” (Ez 39:17) dat Hij brengt.

De roofdieren mogen het vlees eten en het bloed drinken (Ez 39:17-19). Het bloed is het leven en behoort aan God. Hij kan daarom bepalen wat Hij ermee doet. Hier geeft Hij het de roofdieren, waardoor de smadelijke verdelging van dit immense leger nog smadelijker wordt. De ‘maaltijd’ wordt in onderdelen genoemd en er mag onbeperkt worden gegeten, tot verzadiging en dronkenschap toe. Het offer dat de HEERE brengt, kent geen maat. Ze mogen het eten aan “Mijn tafel” (Ez 39:20). De HEERE heeft alles bereid, ze hoeven alleen maar te consumeren, waarbij ze zich geen enkele beperking hoeven op te leggen.

Door Zijn handelwijze met Gog en zijn menigte toont God Zijn heerlijkheid aan de heidenvolken (Ez 39:21). Die volken zullen Zijn oordeel zien dat Hij geveld heeft. Zij zien in dat oordeel Zijn hand die Hij op Gog en Zijn menigte gelegd heeft als bewijs van Zijn volkomen heerschappij over deze opstandelingen.

Als ooit de gedachte heeft geleefd dat de HEERE Zijn volk niet kan bevrijden, dan is die nu wel rechtgezet (Ez 39:22). Die gedachte heeft in het verleden kunnen opkomen bij Zijn volk, het huis van Israël, dat steeds weer door vijanden is belaagd en verwoest. Die gedachte kan ook zijn opgekomen bij de heidenvolken die steeds weer bezit van Israël hebben kunnen nemen (Ez 39:23). De volken zullen tot het inzicht komen dat ze zich wel heel erg hebben vergist in het toeschrijven van Israëls ballingschap aan de onmacht van God om Zijn volk tegen de vijanden te beschermen.

Het is niet in hen opgekomen dat God die vijanden juist heeft gestuurd en hun de macht heeft gegeven om Zijn volk te overwinnen omdat Zijn volk Hem ontrouw is geweest en Hij hen daarom heeft moeten tuchtigen. Daarom heeft de koning van Babel het volk in ballingschap kunnen voeren en daarom hebben andere vijanden hen kunnen doden. Het is omdat de HEERE Zijn volk in hun hand heeft gegeven. Hij heeft met Zijn volk gehandeld vanwege hun overtredingen tegen Hem (Ez 39:24). Daarom heeft Hij Zijn aangezicht voor hen moeten verbergen.

Copyright information for DutKingComments