Ezekiel 4:1

Inleiding

Ezechiël 4 is een vervolg op een gedeelte dat in Ezechiël 3:22 begint. Ezechiël moet in zijn huis blijven en zijn tong zal aan zijn gehemelte kleven. Hij kan niet vrij onder de ballingen verkeren en mensen waarschuwen. In zijn huis moet hij verschillende symbolische handelingen verrichten om zijn boodschap voor te stellen. Daarin laat hij zien wat er met Jeruzalem zal gebeuren. De HEERE heeft daarmee meerdere doelen:

1. Hij wil de ballingen hierdoor tot nadenken bewegen, opdat ze tot inkeer komen.

2. Hij wil de ballingen hierdoor duidelijk maken dat zij niet op korte termijn zullen terugkeren naar Jeruzalem. De koning van Babel, Nebukadrezar, zal Jeruzalem innemen.

3. De profeet wordt hierdoor met het volk vereenzelvigd en voelt wat zij voelen wanneer Gods tucht over hen komt. Een dienaar van God die zelf lijdt, is veel beter in staat om hen die hetzelfde lijden ondergaan, te begrijpen en te waarschuwen.

De belegering van Jeruzalem uitgebeeld

Ezechiël, weer “mensenkind” genoemd, moet een tegel nemen en daar Jeruzalem op tekenen (Ez 4:1). Hij mag niet spreken, maar hij kan wel communiceren met zijn handen. De tegel die hij moet gebruiken, is een kleitafel, het gewone schrijfmateriaal van de Babyloniërs. Om er goed op te kunnen tekenen moet Ezechiël die vóór zich neerleggen, want hij moet zich goed op de tekening concentreren.

Vervolgens moet hij op de tekening aangeven hoe Jeruzalem belegerd zal worden (Ez 4:2). Hij moet het beleg voor de stad slaan, de stad dus belegeren. De HEERE geeft hem nauwgezette instructies hoe hij dat moet doen. Hij moet er “een schans”, dat is een aanvalstoren, tegen bouwen, er “een belegeringsdam” tegenaan werpen, “legerkampen” ertegen opstellen en rond de hele stad “stormrammen” ertegen inzetten. De mensen zullen zich rondom hem hebben verzameld en hebben begrepen wat hij uitbeeldt.

Als de tekening klaar is, moet Ezechiël “een ijzeren bakplaat” nemen, dat is een plaat waarop men brood bakt (Ez 4:3; Lv 2:5). De bakplaat is een gewoon gebruiksvoorwerp dat meestal van aardewerk is gemaakt. Een ijzeren bakplaat is in die tijd een uniek voorwerp. Die ijzeren plaat moet hij tussen zich en de stad zetten die hij zojuist heeft getekend. De plaat symboliseert “een ijzeren muur” en stelt de scheiding tussen God en Zijn volk voor die het volk veroorzaakt heeft door hun zonden (Js 59:2).

Dan geeft de HEERE Ezechiël de opdracht zijn blik vast op de stad te richten. De blik is een blik vol dreiging. Zoals Ezechiël naar zijn tekening kijkt, kijkt de HEERE naar de stad. Alle gebeden uit de stad dringen niet door tot de hemel. Ze worden tegengehouden door de ijzeren plaat. De band met God is afgesneden, Hij levert Jeruzalem uit aan de vijand.

Terwijl Ezechiël tekent, is het alsof hij zelf de stad belegert. Dat is in zekere zin ook zo. De vijand zal dit wel met de stad doen, maar het is in werkelijkheid God Zelf Die in en door de vijand de stad belegert en daarmee Zijn toorn over de stad brengt. Door de opdracht aan Ezechiël om dit uit te tekenen laat Hij hem beleven wat Hij met de stad gaat doen (vgl. Lk 19:43). Tevens is zijn tekening “een teken voor het huis van Israël”.

Een teken is nodig als woorden niet meer worden gehoord. Valse profeten in Jeruzalem verkondigen dat de ballingen binnenkort zullen terugkeren naar Jeruzalem (Jr 28:2-4). Ook zijn er profeten die profeteren dat Jeruzalem geen zwaard zal zien en geen honger zal krijgen (Jr 14:13-16; Jr 23:16-17). God heeft anders gesproken. De ballingen kunnen, als ze openstaan voor dit teken, zien wat er met Jeruzalem gaat gebeuren.

Copyright information for DutKingComments