Ezekiel 40:18

Plaveisel en dertig kamers

Na het meten van de oostpoort en alles wat daarbij en daarin is, brengt de Man Ezechiël in de buitenste voorhof (Ez 40:17). De uitdrukking ‘toen bracht Hij mij’ komt zeven keer voor (Ez 40:17; Ez 40:28; Ez 40:32; Ez 40:35; Ez 41:1; Ez 44:4; Ez 46:19). Deze voorhof wordt betreden nadat men de hele poort vanaf de eerste voorhal, langs de wachtruimtes en de tweede voorhal, is doorgelopen. De buitenste voorhof is de ruimte die het eigenlijke tempelgebouw omgeeft. Zoals we in de Ez 40:28-47 zien, heeft het tempelgebouw een eigen, veel kleinere voorhof, de binnenste voorhof, waartoe de drie binnenpoorten toegang geven.

Als Ezechiël in de buitenste voorhof staat, ziet hij dertig kamers. De kamers liggen aan een plaveisel dat de voorhof omgeeft. Dit plaveisel ligt naast de drie poorten en is even breed als de poorten lang zijn (Ez 40:18), dat wil zeggen vijftig el (Ez 40:15). Er wordt nog opgemerkt dat dit “het lagergelegen plaveisel” is, omdat ook de binnenste voorhof, die hoger ligt, een plaveisel heeft.

Er wordt niet vermeld, hoe deze vertrekken over het plaveisel verdeeld zijn. Het ligt voor de hand dat ze gelijkelijk verdeeld zijn over het hele plaveisel op de drie zijden met de drie poorten. Er zullen tien vertrekken aan de zuidzijde, tien aan de oostzijde en tien aan de noordzijde zijn, dertig in totaal. Als verdere verdeling kunnen we ons voorstellen dat er vijf kamers links en vijf rechts van elk van de drie poorten liggen.

Evenmin wordt vermeld wat het doel van deze kamers is. Er kan worden verondersteld dat er offermaaltijden door het volk worden gehouden of dat ze gebruikt worden als bewaarplaatsen van inkomsten voor de tempel. In de tempel die na de terugkeer uit ballingschap door Zerubbabel is herbouwd, is zo’n kamer aan een vijand van Gods volk gegeven. Nehemia is daarover heel kwaad en smijt die vijand eruit (Ne 13:4-9).

De Man neemt ook de maat van de buitenste voorhof (Ez 40:19). Hij gaat daarbij uit van de “benedenpoort”, dat is de buitenpoort, die lager ligt dan de binnenpoort. Hij rekent vanaf de poortzijde die direct aan de buitenste voorhof grenst tot de buitenzijde van de binnenste voorhof. De breedte bedraagt precies honderd el. Hetzelfde geldt voor de oostpoort en de noorderpoort (Ez 40:23).

Copyright information for DutKingComments