Ezekiel 42:1-12

Inleiding

De profeet heeft al veel gedetailleerde informatie gekregen, en wij met hem, maar er komt nog meer. In dit hoofdstuk ontvangt Ezechiël informatie over de priestervertrekken van de tempel (Ez 42:1-12), de bedoeling van deze vertrekken (Ez 42:13-14) en de maten van het gebied rondom het tempelcomplex (Ez 42:15-20).

Ook van dit gedeelte geldt dat de vertaling niet overal zeker is. Dit is al eerder opgemerkt (zie de opmerking aan het begin van de inleiding op de bespreking van Ezechiël 40-48), maar het is goed er hier nog een keer op te wijzen. Dat vraagt voorzichtigheid in de uitleg en de toepassing. Het vraagt ook extra oplettendheid van de lezer. Hij zal er goed aan doen om de gelovigen in Beréa na te volgen, die “met alle bereidwilligheid” ontvingen wat zij van Paulus hoorden, “terwijl zij dagelijks de Schriften onderzochten of deze dingen zo waren” (Hd 17:11).

De priestervertrekken van de tempel

De Man brengt Ezechiël uit de voorhal weer buiten de tempel naar de buitenste voorhof en wel aan de noordkant ervan (Ez 42:1). Met zijn rug naar de noordkant van het tempelhuis gekeerd kijkt Ezechiël naar het noorden en ziet daar een gebouw met kamers. De lengte van het gebouw is honderd el en de breedte vijftig el (Ez 42:2). Het gebouw ligt aan de andere kant van het plaveisel van de binnenste voorhof van twintig el ten noorden van de tempel. Het heeft drie verdiepingen of galerijen (Ez 42:3).

Vóór de kamers loopt een brede gang of ruimte van tien el breed (Ez 42:4). Daardoor is het gebouw waarschijnlijk in twee delen verdeeld. De ingangen van het gebouw zijn naar het noorden gericht. De verdiepingen van het gebouw zijn naar boven toe korter of smaller (Ez 42:5). De eerste of middelste verdieping is smaller dan de begane grond en de tweede of bovenste verdieping is weer smaller dan de middelste. Dat is vanwege de stabiliteit van het gebouw, want dat rust niet op pilaren (Ez 42:6). De gedachte is waarschijnlijk dat elke verdieping het fundament is van de volgende verdieping.

Het ontwerp van de drie verdiepingen van dit gebouw is het omgekeerde van de manier waarop de drie verdiepingen van de zijvertrekken aan de buitenkant van de tempel zijn gebouwd (Ez 41:6-7). Als we proberen na te gaan wat hier de geestelijke toepassing zou kunnen zijn, ligt het voor de hand hier ook aan het omgekeerde te denken. Er is sprake van geestelijke groei, van een toenemen “in [de] genade en kennis van onze Heer en Heiland Jezus Christus” (2Pt 3:18), als we ons bezighouden met Gods Woord. Terwijl we dat doen, zal het besef groeien hoe groot Hij is en hoe klein wij zijn in vergelijking met Hem, hoe weinig wij weten in verhouding tot Hem Die de Alwetende is.

Wij mogen ons verdiepen in Zijn liefde, om die te leren kennen, en tegelijk zullen we beseffen dat die liefde onze kennis te boven gaat (Ef 3:19; Rm 11:33-36), waardoor we sterk onze geringheid zullen voelen. Paulus, die op een bijzondere manier door God is onderwezen in de geestelijke zegeningen, zegt dit treffend van zichzelf zo: “Mij, de allerminste van alle heiligen, is deze genade gegeven om de onnaspeurlijke rijkdom van Christus onder de volken te verkondigen” (Ef 3:8).

Vóór de kamers die uitzien op de buitenste voorhof, loopt een muur van vijftig el lang (Ez 42:7). Deze lengte komt overeen met de lengte van de kamers die bij de buitenste voorhof behoren (Ez 42:8). Er is verondersteld dat deze muur dient om de priesters, wanneer zij zich omkleden, aan het zicht te onttrekken van hen die in de buitenste voorhof zijn. Het gebouw met kamers dat aan de kant van de tempel staat, is honderd el lang. De kamers hebben een ingang op het oosten, zodat ze vanuit de buitenste voorhof binnengegaan kunnen worden (Ez 42:9).

Aan de zuidzijde van de tempel bevinden zich, in dezelfde opstelling en met dezelfde afmetingen, gelijksoortige kamers als die aan de noordzijde (Ez 42:10-12). De maten, de uitgangen, de inrichting en de ingangen ervan zijn gelijk aan de noordelijke kamers.

Copyright information for DutKingComments