Ezekiel 5:17

Betekenis van het verdelen van het haar

De woorden “Ik leef, spreekt de Heere HEERE, voorwaar”, zijn een eedzwering van de HEERE (Ez 5:11). Hij spreekt Zich in dit boek meerdere keren zo uit (Ez 5:11; Ez 14:16; 18; 20; Ez 16:48; Ez 17:16; Ez 18:3; Ez 20:31; 33; Ez 33:11; Ez 34:8; Ez 35:6; 11). Hij zweert bij Zijn eigen leven. Dat betekent dat Zijn beslissing absoluut is. Dat is altijd alles wat Hij zegt, maar Hij wil Jeruzalem van de zwaarte van Zijn beslissing onder de indruk brengen. Hij is ook uiterst verbolgen over haar zonden. Die zijn dan ook niet gering. Jeruzalem heeft Zijn heiligdom verontreinigd met haar afschuwelijkheden, dat zijn haar afgoden, en met haar gruweldaden, dat is haar afgoderij, de dingen die de inwoners van Jeruzalem doen voor hun afgoden.

Daarom zal de HEERE Jeruzalem “kaalscheren”, wat betekent dat Hij van Jeruzalem alle eer en sieraad zal afnemen. Daarbij zal Hij haar niet ontzien en Hij zal het doen zonder medelijden. Hij zal geen genade meer bewijzen, zoals Hij in het verleden zo vaak, telkens weer, wel heeft gedaan. Dat Hij geen medelijden met Jeruzalem heeft, laat niet een onbarmhartige God zien, maar een hardnekkige stad die niet wil breken met haar ongerechtigheden. Daarom moet Hij Jeruzalem oordelen en is er geen ontkoming voor de stad (vgl. Ps 130:3).

Door de belegering van de stad zal een derde deel door de pest en de honger omkomen (Ez 5:12). Pest en honger horen bij elkaar. Pest is een gevolg van de honger. Zij die menen Gods tucht te kunnen ontlopen door te vluchten, zullen door het zwaard van de vijand worden gedood. Zij die gevangengenomen worden en overal heen worden verstrooid, zullen evengoed door het zwaard vallen.

Wanneer God dit zware oordeel over Jeruzalem brengt en Zijn grimmigheid op haar inwoners rust, zal Hem dat troost geven (Ez 5:13). Na alles wat Hij van de kant van Jeruzalem heeft moeten verdragen, wat ze Hem allemaal heeft aangedaan om Hem te krenken, zal Hij Zich vrij voelen van haar wanneer Hij Zich op deze manier aan haar heeft bekendgemaakt. Hij laat niet eindeloos met Zich spotten. Hij is een na-ijverig God en zal Zijn grimmigheid tegen de stad ten uitvoer brengen, omdat Jeruzalem Hem daartoe heeft gedwongen. Hij maakt een puinhoop van Jeruzalem (Ez 5:14). De heidenvolken rondom de stad zullen van de smaad horen die Jeruzalem is aangedaan. De smadelijke ondergang van de stad zal door ieder worden gezien die er voorbijgaat.

De strafgerichten die God in Zijn toorn over de stad voltrekt, geven uiting aan Zijn grimmigheid (Ez 5:15). Het zijn grimmige bestraffingen. God laat door deze woorden Zijn diepe verontwaardiging horen. Wat Hij Jeruzalem in Zijn grimmige bestraffing heeft aangedaan, levert de heidenvolken rondom hen stof tot smaad en hoon. Maar dat niet alleen. Het levert ook onderwijs en reden tot ontzetting.

Er gaat eveneens een waarschuwende boodschap naar de heidenvolken van uit. Jeruzalem en de volken moeten zich goed realiseren dat Hij, de HEERE, het heeft gesproken. Het zijn geen woorden zonder betekenis, het is geen dreiging vanuit machteloze toorn die de kracht mist om zich te doen gelden. Wat God zegt, doet Hij.

Hij heeft honger aangezegd die in de stad zal komen (Ez 5:16). Dat is geen loos dreigement, maar Hij zal de honger in de stad laten komen als “boosaardige pijlen” die Hij Zelf afschiet. Die pijlen leiden tot verderf en richten hen te gronde. De honger zal werkelijk toenemen en het brood om de honger te stillen zal ontbreken. Hoe wanhopig ze ook zullen zoeken, het zal er niet zijn.

De honger zal door de HEERE gezonden worden en in het directe gevolg ervan komen ook de wilde dieren (Ez 5:17). Beide plagen zullen hen van hun kinderen beroven. Behalve deze twee plagen zijn er ook nog de pest en het zwaard. Die zullen onder hen rondwaren en hun slachtoffers maken. De combinatie van deze vier oordelen zal een complete verwoesting en uitroeiing tot gevolg hebben. Er valt niet aan te twijfelen dat het zo zal gaan, want “Ík (met nadruk), de HEERE, heb gesproken”.

Copyright information for DutKingComments