Ezekiel 5:8

De zonden van Jeruzalem

De Heere HEERE (Adonai Jahweh) verklaart Ezechiël de betekenis van de symbolische handelingen, die hij op zijn beurt aan Gods volk moet doorgeven. De handelingen betreffen Jeruzalem dat door de HEERE als middelpunt van alle volken, als de navel van de aarde (Ez 38:12; vgl. Dt 32:8), is gesteld (Ez 5:5). Globaal gezien kunnen we zeggen dat Israël het geografisch centrum van drie werelddelen is: Europa, Azië en Afrika. Tevens is Jeruzalem het geestelijk centrum van de wereld, waar de troon van de HEERE zal staan en vanwaar Hij Zijn Woord uit laat gaan tot onderwijzing van alle volken (Js 2:2-4; Mi 4:1-3).

Dan volgt het “maar” van God ten aanzien van de stad (Ez 5:6). Jeruzalem heeft op afschuwelijke wijze tegen Hem gezondigd. Ze is ongehoorzaam geweest aan Zijn bepalingen. De zonde van Jeruzalem is zelfs groter dan die van alle heidenvolken om haar heen. Terwijl de inwoners van Jeruzalem de kennis van God hebben ontvangen, hebben zij Zijn bepalingen verworpen en Zijn verordeningen naast zich neergelegd. Wat is dat een grote belediging voor Hem, Die hen zo heeft verzorgd met goede bepalingen en verordeningen.

Zelfs naar heidense normen gerekend hebben de inwoners van Jeruzalem het gruwelijk verdorven (Ez 5:7). Heidenen blijven trouw aan hun afgoden, hoewel die geen goden zijn, maar de inwoners van Jeruzalem hebben de ware God verloochend en zijn de afgoden gaan dienen. Dit is een dramatische ontwikkeling. Hun rumoer is daardoor in de oren van God groter dan dat van de afgodische heidenen.

Daarom zál de HEERE Jeruzalem (Ez 5:8), dat wil zeggen dat Hij Jeruzalem zal straffen (vgl. Na 2:13; Na 3:5; Jr 23:31). Hij zegt het met grote nadruk: “Ik … ja Ik!” Hij zal Jeruzalem oordelen voor de ogen van de heidenvolken, in overeenstemming met de ontrouw tegenover Hem die Jeruzalem ook voor de ogen van de heidenvolken heeft begaan.

Het oordeel dat Hij over Jeruzalem zal brengen, zal zonder weerga zijn (Ez 5:9). Dat is vanwege al haar gruweldaden. Jeruzalem heeft het er zelf naar gemaakt. De oordelen zullen een verschrikkelijke hongersnood veroorzaken, zo groot, dat sommigen tijdens het beleg van Jeruzalem tot kannibalisme vervallen, waarbij zelfs vaders hun eigen kinderen en kinderen hun eigen vaders opeten (Ez 5:10). Een diepere val van het moreel besef van de mens is niet mogelijk. Zo hevig zullen Gods strafgerichten over Jeruzalem zijn (Lv 26:29; Dt 28:53; 2Kn 6:28-29; Jr 19:9; Kl 2:20; Kl 4:10).

Copyright information for DutKingComments