Ezekiel 7:5

Het oordeel staat voor de deur

De Heere HEERE (Adonai Jahweh) laat Ezechiël – en door hem het volk – weten dat de tijd van Zijn geduld voorbij is (Ez 7:5). Zijn geduld met hen is op. Het ene onheil zal het andere onheil in rap tempo opvolgen en het komt eraan! Deze onheilen kondigen het einde aan (Ez 7:6). “Het einde” wordt voorgesteld als een persoon die ontwaakt, zich in beweging zet en tot actie overgaat.

Wanneer het einde er aankomt, betekent dat de ondergang van “de inwoner van het land” (Ez 7:7). Dan is “de dag” gekomen dat de verwarring de overhand krijgt en de vreugde verstomt. Voor hen die denken dat die dag hun vreugde zal brengen, is het een desillusie, want die dag brengt oordeel, schrik en ontsteltenis (Am 5:16-20). “De dag” is de dag van de HEERE, de dag dat Hij openlijk zal oordelen en Zich niet langer verborgen zal houden.

“Binnenkort” zal dat gebeuren, dan stort de HEERE Zijn grimmigheid over het land uit (Ez 7:8). Hij zal Zijn toorn niet meer inhouden, maar ten uitvoer brengen en het land oordelen in overeenstemming met de zondige wegen die het is gegaan. Zijn toorn is volkomen gerechtvaardigd. Hij zal het land al zijn gruweldaden vergelden.

Als Hij Zijn oordelen over het land brengt, zal Hij daarbij niets ontzien en geen medelijden hebben (Ez 7:9). Als Hij ramp op ramp over het land brengt, zullen de Israëlieten weten dat Hij, de HEERE het is Die dit doet (Ez 7:4; 27).

Het handelen van de HEERE wordt in de voorgaande verzen in korte zinnen weergegeven. De Ez 7:5-9 zijn voor een groot deel een herhaling van de Ez 7:1-4. Het is een dubbel getuigenis en het zijn als het ware uitroepen die in grote bewogenheid worden gedaan. Ze moeten het volk onder de indruk brengen van de verschrikkingen van de komende oordelen die met grote snelheid en onafwendbaar naderen.

Copyright information for DutKingComments