Ezra 2:69

Vrijwillige gaven

In wat voor toestand het huis ook verkeert, zij komen bij “het huis van de HEERE”, want in Gods oog bestaat het nog. Bij het zien van de puinhoop geven de familiehoofden vrijwillig, daartoe opgewekt door de Geest van God, hun gaven voor het huis van God. De bouw van het huis van God gaat niet zonder offers van onze kant. Onze geestelijke bijdrage bestaat daarin dat God en Zijn huis een grote plaats hebben in onze harten.

De bijdrage geschiedt “naar hun vermogen” (Ea 2:69; vgl. 1Ko 16:2). Wat ze geven is in vergelijking met wat David en de oversten gaven, maar weinig (1Kr 29:1-9). Maar God ziet het hart aan. De “onderkleden voor priester” spreken van de niet zichtbare motieven waarmee de priesterdienst wordt verricht. Onze motieven om priesterdienst te verrichten worden mede gevormd door onze omgang met anderen. Dat is ook iets waar de familiehoofden aan denken.

Copyright information for DutKingComments