Galatians 5:19-23

De Geest tegenover het vlees

In Gl 5:1 van dit hoofdstuk plaatst Paulus de vrijheid tegenover de slavernij. In Gl 5:13 plaatst hij de vrijheid tegenover de losbandigheid. Nu gaat hij laten zien hoe echte vrijheid beleefd en gemanifesteerd wordt, namelijk in een leven dat door de Geest wordt geleid.

Gl 5:16. Het gedeelte van de Gl 5:16-26 vormt een eenheid. De Geest wordt daarin maar liefst zeven keer genoemd. Gl 5:16 vormt een directe tegenstelling met Gl 5:15. In Gl 5:15 is sprake van elkaar bijten en opeten. Maar, zo zegt Gl 5:16, als je door de Geest wandelt, zullen zulke dingen niet kunnen gebeuren.

“Wandelt door [de] Geest” wil zeggen dat je de bedoelingen van de Geest uitvoert en dat je je beslissingen neemt in het licht van Zijn heiligheid. Het betekent dat je gedrag erop gericht is in je leven Christus te verheerlijken, want daarvoor is de Heilige Geest op aarde gekomen (Jh 16:14). Als je door de Geest wandelt, is het gevolg dat je het vlees de mond snoert en voor dood houdt. Het is immers onmogelijk om Christus voor ogen te hebben en tegelijk te zondigen.

Gl 5:17. Nu heeft de christen twee naturen in zich: het nieuwe leven en het oude leven. Het nieuwe leven wil zich laten leiden door de Geest, het oude leven wil graag aan de begeerten van het vlees voldoen. De Geest en het vlees staan als vijanden tegenover elkaar. Het vlees spant zich in om te verhinderen dat je naar de Geest wandelt en de Geest weerstaat de werking van het vlees om te voorkomen dat het zijn wil uitvoert.

Het vlees is nog altijd in de christen aanwezig, het is niet dood of uitgeroeid. Het vlees “begeert” nog steeds, maar je hoeft er niet meer naar te luisteren. God had bij onze bekering het zondige vlees kunnen wegnemen. Toch heeft Hij het in ons gelaten en wel om ons voortdurend te herinneren aan de zwakheid van onszelf en ons door die wetenschap voortdurend afhankelijk te houden van Christus.

Wie wint nu die strijd die zich in jou en mij afspeelt? Hier komt jouw en mijn verantwoordelijkheid om de hoek kijken. Iemand heeft de twee naturen eens vergeleken met twee honden, een witte en een zwarte, die voortdurend met elkaar aan het vechten zijn. ‘Weet je’ zo zei hij, ‘wie het nu wint? Dat is de hond aan wie ik voedsel geef!’

Je beseft best wel dat de Geest geen kans krijgt je leven te leiden als je bijvoorbeeld naar slechte films op de tv of internet kijkt, of als je smerige lectuur leest, of als je in onvrede met je omgeving leeft. Dan geef je voedsel aan ‘de zwarte hond’. Als je de dingen zoekt “die boven zijn, waar Christus is” (Ko 3:1), als je erop uit bent meer van Hem te leren kennen door de Bijbel te lezen en goede boeken die over Christus gaan, ja, dan geef je voedsel aan ‘de witte hond’.

Feitelijk is het een strijd die jijzelf niet hoeft te strijden. Het is jouw zaak je te laten leiden door de Heilige Geest. Die leiding door de Heilige Geest is niet een zaak die alleen geldt bij bepaalde gelegenheden, bijvoorbeeld in de samenkomsten van de gemeente. Nee, het is een zaak voor het leven van elke dag. Het is ook niet een zaak voor ‘vergevorderde’ christenen. Nee, het is een zaak voor iedere christen, want iedere christen heeft nadat hij het evangelie van zijn behoudenis (1Ko 15:1-4) heeft geloofd, de Heilige Geest ontvangen (Ef 1:13).

Gl 5:18. Wie zich door de Geest laat leiden, wordt uitgetild boven het bezig zijn met zichzelf, met de wet en met het vlees, en is bezig met Christus. Wie zich door de Geest laat leiden, heeft de wet niet als leefregel of als middel om daardoor gerechtvaardigd te worden.

Het is opmerkelijk om te zien dat het lijkt alsof Paulus de wet en het vlees steeds door elkaar heen gebruikt. Paulus heeft in deze brief ook duidelijk aangetoond dat de wet gegeven is aan een volk in het vlees, Israël, dat meende aan Gods wet te kunnen voldoen. De wet is gegeven om te bewijzen dat het vlees zich niet aan de wet van God onderwerpt (Rm 8:7).

Gl 5:19-21. De wet maakt duidelijk wat de werken van het vlees zijn. Het is het hele handelen van de mens die zich niet door de Geest van God laat leiden. Dat geldt uiteraard voor mensen die niet wedergeboren zijn. Het geldt echter ook voor mensen die dat wel zijn, maar die zich in plaats van door de Geest te laten leiden door het vlees laten leiden.

Paulus somt een aantal werken van het vlees op. Deze lijst is niet volledig. In Mattheüs 15 en Romeinen 1, om maar enkele andere plaatsen te noemen, worden nog andere werken van het vlees genoemd (Mt 15:19; Rm 1:29-31). Het is best mogelijk dat Paulus deze zonden noemt omdat juist die onder de Galatische christenen voorkomen.

Liefst vijftien of zestien werken van het vlees – het hangt ervan af of ‘moorden’ ook in de tekst moet worden opgenomen – laat Paulus de revue passeren. De eerste drie zonden zijn seksuele zonden. “Hoererij” is verboden seksuele omgang. Dat betreft niet alleen geslachtsgemeenschap, maar alle seksuele bezigheden – ook in de gedachten! – buiten het huwelijk en vóór het huwelijk. “Onreinheid” ziet op het omgaan met seksualiteit op een vuile manier in gedachten, woorden, daden en begeerten en dat kan ook in het huwelijk gebeuren. “Losbandigheid” is het schaamteloze gedrag in seksuele dingen, zonder remmingen en zonder erom te geven wat anderen ervan vinden. Ook dit kan binnen het huwelijk plaatsvinden.

Afgodendienst en toverij horen bij elkaar als zonden die direct tegen God worden begaan door Hem in Zijn exclusieve rechten te miskennen. De overige werken van het vlees zijn zonden die mijn medemens of medegelovige aangaan.

Wie zulke dingen als levenspraktijk hanteert – dat is wat anders dan per ongeluk een keer in een van deze dingen vallen –, heeft geen deel aan Christus en staat buiten Gods koninkrijk.

Lees nog eens Galaten 5:16-21.

Verwerking: Wat ervaar jij van de strijd van Gl 5:17?

Nederlandse verzen (22-26)

De vrucht van de Geest

Gl 5:22. In Gl 5:19 is sprake van de “werken [meervoud] van het vlees”. In Gl 5:22 noemt Paulus de “vrucht [enkelvoud] van de Geest”. Als je aan werken van het vlees denkt, zie je meer die werken zelf als een resultaat van wat een mens doet. Bij de vrucht van de Geest denk je eerder aan een innerlijke gezindheid. Het is een vrucht, niet van onszelf, zoals bij de werken van het vlees, maar van de Geest. Je kunt het vergelijken met een fabriek en een tuin. In een fabriek zijn mensen hard aan het werk om een bepaalde productie te realiseren. In een tuin groeit wat erin gezaaid is, zonder dat een mens daar iets aan doet, behalve waarschijnlijk onkruid wieden.

De vrucht van de Geest is niet hetzelfde als de gaven van de Geest. Iedereen die de Heilige Geest heeft ontvangen, heeft ook bepaalde gaven van de Geest ontvangen. Iedere gelovige heeft andere gaven. Bij de vrucht van de Geest is dat onderscheid er niet. Het is een vrucht die bij iedere gelovige gevonden moet worden.

Zoals gezegd, staat het woord ‘vrucht’ in het enkelvoud. Het is één vrucht, maar ze is samengesteld uit negen onderdelen. Je kunt denken aan een diamant. Dat is één steen, maar met een verschillende schittering, afhankelijk van hoe het licht erop valt. Je kunt ook denken aan een bloem met negen blaadjes. Als je er één blaadje aftrekt, heeft de bloem zijn schoonheid verloren. Zo zijn ook de negen delen van de vrucht van de Geest niet los verkrijgbaar. De Heilige Geest wil elk onderdeel ervan tot zijn volle recht laten komen in zijn samenhang met het geheel.

1. Het eerste onderdeel dat wordt genoemd, is “liefde”. Dat is te begrijpen. Het is de natuur van God. God is liefde (1Jh 4:8; 16) en Zijn liefde is door de Heilige Geest in onze harten uitgestort (Rm 5:5).

2. Dan volgt “blijdschap”. Dat is de vreugde die de Heilige Geest bewerkt als we denken aan God en wat Hij voor ons heeft gedaan in Zijn Zoon, ondanks de soms moeilijke omstandigheden waarin we ons kunnen bevinden. Het is de blijdschap ‘in de Heer’ (Fp 3:1) en die is onze kracht (Ne 8:11).

3. “Vrede” is de innerlijke rust die in God aanwezig is. Het is de vrede van God die door de Heilige Geest in ons bewerkt wordt als we ons door Hem laten leiden. Die vrede zal ons deel zijn, ook weer los van de soms moeilijke omstandigheden waarin wij ons kunnen bevinden.

De Heer Jezus zegt van deze drie – liefde, blijdschap en vrede – in Johannes 14-15: “Mijn vrede”, “Mijn liefde”, “Mijn blijdschap” (Jh 14:27; Jh 15:10-11). Tussen Hem en de Geest is een volkomen overeenstemming.

4. Hoe belangrijk is “lankmoedigheid” of ‘geduld’. Wat wordt je geduld soms op de proef gesteld als je je in een moeilijke, uitzichtloze situatie bevindt of als je te maken hebt met moeilijke mensen.

5. “Goedertierenheid” is een kenmerk dat daarop aansluit. In Titus 3 wordt dit kenmerk gebruikt voor God (Tt 3:4). Het geeft Zijn vriendelijke gezindheid en welwillende houding ten opzichte van zondaars aan. Zijn die gezindheid en houding ook bij jou en mij te vinden? Als je je door de Geest laat leiden wel.

6. “Goedheid” is een kenmerk waarin tot uiting komt dat je op zoek bent naar wat goed is voor de ander en dat je daarin gul bent. In Efeziërs 5 is goedheid verbonden met de vrucht van het licht (Ef 5:9).

7. “Trouw” ben je als je te vertrouwen, betrouwbaar bent in wat je zegt en wat je doet.

8. “Zachtmoedigheid” wil zeggen dat je bereid bent een nederige plaats in te nemen. Het is niet een karakterloze weekheid, maar een houding die je bewust aanneemt, Daarvoor is veel geestelijke kracht nodig.

9. De reeks sluit met “zelfbeheersing”. De Heilige Geest brengt tot een gedisciplineerd leven, waarbij niet wordt toegegeven aan de impulsen van hartstochten en begeerten. Hij geeft je het vermogen om jezelf onder controle te houden.

Deze negenvoudige vrucht wordt niet bewerkt door jezelf onder de wet te plaatsen. Alleen als je je door de Heilige Geest laat leiden, komt deze vrucht in zijn frisheid tot groei en bloei. Bij de Heer Jezus wordt deze vrucht in zijn volle rijpheid gevonden. Ik vind het alleen wat moeilijk om bij Hem te spreken over ‘zelfbeheersing’. In dit woord ligt de gedachte aan verkeerde impulsen die moeten worden bedwongen. Die waren bij de Heer Jezus natuurlijk niet aanwezig.

Gl 5:23. De vrucht van de Geest ligt buiten het bereik van de wet. Ook al zou de wet er iets mee te maken hebben gehad, dan nog is er in de vrucht van de Geest niets wat onder het oordeel van de wet valt. Al de kenmerken of onderdelen van de vrucht van de Geest zijn een welgevallen voor God, zijn nuttig voor onze medemens en hebben een weldadige uitwerking op ons eigen geloofsleven.

Gl 5:24. Deze vrucht wordt gevonden bij hen “die van Christus zijn”. Zij hebben radicaal afgerekend met “het vlees” en de daarbij behorende “hartstochten en … begeerten”. Voor jou betekent dit, dat je in praktijk moet brengen wat je bij je bekering hebt erkend. Je hebt je toen een gemaakt met het oordeel dat God op het kruis over het vlees heeft voltrokken.

Paulus doet hier geen oproep om het vlees te kruisigen, maar om het voor gekruisigd te houden. Het is geen pijnlijk en langzaam proces van zelfkastijding, maar het gelovig aannemen wat God zegt. Dat ziet terug op wat op het kruis is gebeurd.

Gl 5:25. Bij je bekering heb je door de Geest leven ontvangen. Nu komt het erop aan ook door die Geest te wandelen. Dat ziet op het heden, op hier-en-nu! De gedachte is dat een bepaalde positie, leven door de Geest, moet blijken uit de praktijk, wandelen door de Geest.

Gl 5:26. De wet kan geen leven geven en geeft ook geen kracht voor een wandel waarin voor God vrucht wordt gedragen. Het laatste vers geeft nog eens aan waartoe het willen houden van de wet leidt: de trots van het eigen vlees en de verachting van anderen.

Lees nog eens Galaten 5:22-26.

Verwerking: Leer de negen onderdelen van de vrucht van de Geest met je hart uit het hoofd.

Copyright information for DutKingComments