Genesis 1:31

De zesde dag: alles was zeer goed

Na elke scheppingsdag heeft God van het resultaat gezegd: “Het was goed.” De zesde dag is een unieke dag. Als God op deze dag het resultaat van al Zijn werk ziet, kan Hij als een conclusie van het hele scheppingswerk laten optekenen: “En zie, het was zeer goed.” Dat betekent dat alles volmaakt is, waardoor elk schepsel het doel dient waartoe God het geschapen heeft.

In al het handelen van God in dit hoofdstuk zien we een beeld van Zijn plan met de wereld waarin wij nu leven. God heeft de aarde aan Adam en Eva gegeven om daarover te heersen. Zo zal Hij binnenkort Christus, “de laatste Adam” (1Ko 15:45), samen met de gemeente, waarvan Eva een beeld is (2Ko 11:2-3), de regering in handen geven over alle dingen in de hemel en op de aarde, zodat “alles wat in de hemelen en wat op de aarde is onder één Hoofd … in Christus” is samengebracht (Ef 1:10). En zo, “als Hoofd over alles”, heeft Hij Hem “gegeven aan de gemeente” (Ef 1:22).

Christus zal dan het centrum van het heelal zijn. Alles zal aan Zijn voeten onderworpen zijn (Ps 8:4-10) en Hem eren: “En elk schepsel dat in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem Die op de troon zit, en het Lam, zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de macht tot in alle eeuwigheid” (Op 5:13).

In de geestelijke ontwikkeling van de gelovige is dat ook het doel waar God naartoe werkt. Hij wil dat Christus in iedere gelovige gestalte krijgt (Gl 4:19), dat hij in zijn doen en laten Christus vertoont (2Ko 3:3) Als in iemands leven het alleen nog maar draait om Christus, is in de geestelijke groei het ‘vader’-stadium bereikt (1Jh 2:13-14).

Copyright information for DutKingComments